Met minder regels, lagere belastingen en minder oneerlijke concurrentie van immigranten en andere landen wil Donald Trump miljoenen banen creëren.
De handel met Nederland
De economische relatie van Amerika met Nederland is anders dan die met Mexico en China – landen die Trump beticht van oneerlijke handel. Nederland importeert meer Amerikaanse goederen (ter waarde van 33 miljard euro in 2015) dan het zelf exporteert (18 miljard). Bedrijven uit de Verenigde Staten zorgen voor 214.000 banen in Nederland, vooral bij groothandels en ICT-bedrijven – geen banen die Trump ‘terug’ wil.
De dollar en de beurzen kregen een flinke tik toen duidelijk werd dat Donald Trump de 45ste president van de Verenigde Staten zou worden. Lang duurde dat niet. De verliezen werden snel goedgemaakt en de dollar en de Amerikaanse beurzen begonnen al snel daarna aan een opmars.
Daarbij waren er opvallende uitschieters: het aandeel Peabody Energy, een van de grootste steenkoolproducenten van het land, die al sinds april 2016 in surseance van betaling verkeerde, schoot op 9 november 2016, de dag na de verkiezing, met bijna 60 procent omhoog. Trump beloofde vóór de verkiezingen een streep te zetten door het antisteenkoolbeleid van zijn voorganger Barack Obama en de bedreigde banen van mijnwerkers te beschermen. Het schrappen van regels voor het bedrijfsleven, ook op milieugebied, is een van de speerpunten van trumponomics, het economisch beleid van Trump.
Trump wil ook af van veel regels die Democraten na de kredietcrisis invoerden om banken aan banden te leggen. Die regels kosten banken volgens Republikeinen te veel en maken het voor bedrijven en burgers moeilijker om te lenen. Hoog op hun lijst staat de Volcker Rule, die banken verbiedt om met eigen geld te speculeren.
Meer banen, minder belasting
Trumps economisch beleid moet de komende tien jaar 25 miljoen banen opleveren en de economische groei bijna verdubbelen. Behalve door regels te schrappen, wil Trump dat bereiken met een forse belastingverlaging. De winstbelasting voor bedrijven moet van 35 procent naar 15 procent, volgens Trump een ‘uitnodiging om fors te investeren’ in Amerika. Het tarief van 35 procent is internationaal gezien erg hoog.
‘Iedereen die denkt dat de economie onder Trump een klap krijgt, kan weleens verbaasd opkijken,’ zegt Bas Jacobs (1973), hoogleraar economie in Rotterdam. ‘Een bestedingsimpuls is op de korte termijn wat we nodig hebben, maar op de lange termijn vrees ik dat de economie er instabieler van wordt, door onder meer deregulering van de financiële sector.’ Volgens Trump plukken vooral de ‘arbeiders- en middenklasse’ de vruchten van lagere belastingen. Maar het Amerikaanse Tax Policy Center berekende dat miljonairs er het meest van profiteren.
Aan Trumps fiscale plannen hangt een fors prijskaartje. De Amerikaanse schatkist loopt de komende tien jaar zo’n 6.000 miljard dollar aan inkomsten mis, gelijk aan ongeveer eenderde van wat Amerika in één jaar verdient.
Vergelijking met Franklin Delano Roosevelt
Ook omvangrijke uitgaven aan infrastructuur moeten nieuwe banen opleveren. Trump wil 1.000 miljard dollar investeren om bruggen en wegen op te knappen, zo zei hij eind februari. De vergelijking met The New Deal van de Democratische president Franklin Roosevelt is snel getrokken (zie kader ‘The New Deal: president Roosevelt als voorbeeld?’). Investeringen in publieke werken en landbouw moesten het land in de jaren dertig uit de Grote Depressie trekken.
‘Dit is geen New Deal, de belastingverlagingen zijn qua bedragen wel tien New Deals,’ zegt Jacobs. Hij betwijfelt of de plannen het wel redden. De schaduwzijde is dat de toch al hoge staatsschuld, bijna 20.000 miljard dollar (105 procent van het bruto binnenlands product, dat wat de burgers en bedrijven samen in één jaar verdienen) verder stijgt. Trump verwacht dat de investering zichzelf terugbetaalt door een hogere economische groei.
The New Deal: president Roosevelt als voorbeeld?
Het economisch beleid van Trump wordt wel vergeleken met dat van president Franklin Roosevelt (1933-1945), die aantrad tijdens de Grote Depressie en die met een ‘New Deal’ de economie uit het slop wilde trekken. Is die vergelijking terecht?
In de loop der jaren heeft The New Deal haast mythische proporties aangenomen, maar in de praktijk was het een verzameling losse maatregelen die meer en minder succesvol waren. Roosevelt trad aan ruim drie jaar nadat de beurzen in oktober 1929 waren ingestort en na jaren van flinke economische krimp. De werkloosheid was opgelopen tot 25 procent in 1932. De politiek en de centrale bank grepen nauwelijks in, omdat het idee heerste dat het na de hoogtijdagen van de jaren twintig gezond was dat er schoon schip werd gemaakt. In dat proces moest de overheid niet te veel ingrijpen. Maar de kiezers eisten actie en kozen voor Roosevelt.
Roosevelts beleid kende drie pijlers. Allereerst werden overheidsuitgaven verhoogd, onder meer voor werkverschaffing. De federale overheid gaf in 1933 23 procent meer uit en in 1934 32 procent meer. Dat klinkt spectaculair, maar de federale overheid was nog klein, waardoor het beperkt effect had. Ook Trump wil de economie zo stimuleren.
Daarnaast wilde Roosevelt het vertrouwen herstellen. Er kwamen een sanering van, en strengere regels voor banken, zodat burgers erop konden vertrouwen dat hun spaargeld veilig was. Nieuwe sociale vangnetten beperkten de gevolgen van werkloosheid. In 1934 durfden mensen, na jaren van zuinigheid, eindelijk meer geld uit te geven. Ook Trump staat pal voor veel sociale vangnetten, maar in de strenge regels voor banken kunnen volgens hem wel gesnoeid.
Op monetair gebied maakte Roosevelt het makkelijker voor de Fed, de centrale bank, om de rente te verlagen en de economie te stimuleren. Het is de vraag of Trump dit ook wil. De Fed hield de rente de laatste jaren extreem laag. Trump bekritiseerde dat, omdat het tot zeepbellen op de beurs zou leiden. Maar Trump wil ook meer groei en hij vindt de dollar te duur. Beide vragen om een lage rente.
De economie groeide flink in Roosevelts eerste jaren, maar veel mensen voelden dat niet – net als tijdens het herstel na de kredietcrisis van 2008. De werkloosheid bleef hoog. In de tweede helft van de jaren dertig leefde het idee dat de crisis voorbij was. De Fed probeerde de economie af te koelen en de overheid bezuinigde. Enkele jaren na de start van de New Deal, kromp de economie in 1938 alweer.
Uiteindelijk was het niet The New Deal, maar waren het de Tweede Wereldoorlog en de enorm toegenomen uitgaven aan defensie die de economie echt uit het slop trokken.
Investeerders vrezen dat de oplopende schuld leidt tot een hogere inflatie. De Verenigde Staten moeten sinds Trumps overwinning meer betalen om te lenen. De rente op langlopend schuldpapier steeg vlak na de verkiezingen in het hoogste tempo in jaren en is daarna verder opgelopen.
Verhoudingen met het buitenland: ‘America first’
Er moeten niet alleen banen bij, ook moeten potentiële concurrenten voor Amerikaanse werknemers het land uit. Het uitzetten van illegale migranten en het bouwen van een muur op de grens met Mexico moeten Amerikanen beschermen tegen concurrentie van goedkope arbeidskrachten. Trump wil twee tot drie miljoen mensen het land uitzetten.
Een ander wezenlijk onderdeel van Trumps nieuwe beleid is het beschermen van de Amerikaanse industrie. In de Verenigde Staten zijn veel banen verloren gegaan door de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden. ‘Vanaf vandaag is het America first,’ zei Trump tijdens zijn inauguratie. ‘We moeten onze grenzen beschermen tegen de ellende die voortkomt uit het feit dat andere landen onze producten maken, onze bedrijven stelen en onze banen vernietigen.’
Trump vindt dat Amerika in onderhandelingen over vrijhandelsverdragen te veel heeft weggegeven. Hij wil met Canada en Mexico heronderhandelen over vrijhandelsverdrag NAFTA. Amerikaanse autobedrijven die hun productie (deels) naar Mexico hebben verplaatst, zet hij onder druk om de auto’s weer in de Verenigde Staten te produceren. Ook wil hij Mexico laten betalen voor de muur op de grens, mogelijk door een hogere importheffing op Mexicaanse goederen die de Verenigde Staten binnenkomen.
Rape trade
In zijn eerste dagen in het Witte Huis zette Trump ook een streep door het Trans-Pacific Partnership (TTP), het vrijhandelsverdrag tussen twaalf landen rond de Stille Oceaan, en stemt mogelijk ook niet in met TTIP, het verdrag met Europa. Marhijn Visser (1974), secretaris internationale handelspolitiek van werkgeversorganisatie VNO-NCW, houdt hoop dat TTIP wordt ontzien. ‘Hij heeft zich er tot nu toe niet over uitgelaten. Het grote verschil is dat bij TPP veel lagelonenlanden betrokken zijn. Bij TTIP niet.’
Trump beschuldigde China in zijn campagne van rape trade, handel waarbij Amerika zou worden misbruikt. Door de eigen munt goedkoop te houden, hadden Chinese bedrijven volgens hem jarenlang een oneerlijk voordeel op concurrenten. Tijdens de verkiezingen pleitte hij voor een importheffing op Chinese goederen van 45 procent, wat de vrees voor een handelsoorlog voedde.
Na zijn zege probeerde hij die te sussen. Een ruzie kan grote gevolgen hebben. Amerika importeert veel goedkope Chinese spullen en China is, na Japan, met ruim 1.000 miljard dollar aan schuldpapier van de Amerikaanse overheid een van de grootste buitenlandse kredietverschaffers.
Protectionisme
Na het aantreden van Trump is de wereldeconomie in een nieuwe werkelijkheid terechtgekomen. De Verenigde Staten, die lang een voortrekkersrol speelden bij de wereldwijde introductie van vrijhandel, spelen de protectionistische kaart. In de 72 jaar sinds 1945 werd internationale handel steeds makkelijker en werden tariefmuren afgebouwd.
Maar terwijl grenzen opener werden, ontstond weerstand, onder meer bij de middenklasse, die zag hoe banen in eigen land verloren gingen door verplaatsing van fabrieken naar lagelonenlanden en die bezorgd keek naar de instroom van duizenden goedkope arbeidskrachten.
Wat doet Trump om de mensen te helpen die hem aan de macht brachten? Onder meer geen multilaterale verdragen meer, zoals TPP. Het is echter hoogst twijfelachtig of dit banen zal opleveren. ‘Het is een algemeen aanvaard idee dat de president met een toverstaf over de handelsbalans kan zwaaien en zo banen kan creëren,’ zegt handelsdeskundige Simon Lester van de Amerikaanse denktank Cato Institute. Maar in de praktijk lukt dit nooit, stelt hij. ‘Het gevaar is dat andere landen ook handelsmuren optrekken en markten sluiten voor Amerikaanse bedrijven. Die moeten dan mensen ontslaan.’
De wereldhandel zal niet direct instorten, maar er is wel veel minder voor nodig om die te laten ontsporen. Leveringsketens voor complexe producten overspannen continenten. De onderlinge afhankelijkheid is groot. Een kleine tarieventwist kan al leiden tot een grote hapering in het internationale handelsverkeer. Zolang de Amerikaanse burger dat niet in de portemonnee voelt, zal het Trump weinig deren. Voor hem telt vooral: America first.