Amerikaanse literatuur groeit en bloeit

boekwinkel in de Verenigde Staten

Nog altijd houdt de zoektocht naar de volgende ‘Great American Novel’ vele lezers en critici bezig. Maar naast de bekende klassiekers uit die categorie, zijn nog legio andere Amerikaanse romans het lezen waard. De serie ‘Amerikaanse boekenkast’ bevat een selectie van fictie en non-fictie van de plank net onder ooghoogte.

Het lijkt of het relatief jonge Amerika, dat in 1776 zijn onafhankelijkheid uitriep, nog steeds probeert verloren tijd in te halen als het aankomt op zijn literatuur. In weinig landen wordt zo veel geschreven. De omvang van de Amerikaanse literatuur is enorm, en blijft groeien. Volgens zakenblad Forbes zijn in de Verenigde Staten alleen al in 2013 tussen de 600.000 en 1.000.000 romans gepubliceerd – het gros in eigen beheer, dus niet alleen bij uitgevers.

Amerika kent vanaf zijn ontstaan een bevolking met een groot (en nog altijd groeiend) aantal migranten. Een zo grote diversiteit maakt een nationale identiteit des te belangrijker, omdat die zorgt voor verbinding. Wat betekent het om Amerikaan te zijn, wat maakt je tot een Amerikaan?

Een eigen literaire traditie versterkt de nationale identiteit. Zo lezen veel  Nederlanders Multatuli, veel Britten Shakespeare en veel Duitsers Goethe. Een ‘Great American Novel’ die een vergelijkbare rol zou kunnen spelen, liet even op zich wachten, maar intussen hebben legio boeken dat stempel gekregen.

Alleen Fransen kregen vaker de Nobelprijs voor de Literatuur

Het streven naar een eigen Amerikaanse literaire canon en traditie werd al in 1837 verwoord door filosoof Ralph Waldo Emerson (1803-1882). ‘Wellicht is het tijd dat de luie intellectuelen van ons continent hun ruggen rechten, en de  verwachtingen die de rest van de wereld al zo lang koestert, gaan vervullen.’

Het duurde even, maar het lukte. De Nobelprijs voor de Literatuur, jaarlijks toegekend door de Zweedse Academie, ging sinds de eerste uitreiking in 1901 elf keer naar een Amerikaan. Alleen Frankrijk heeft met zestien prijzen vaker gewonnen.

De Amerikaanse boekenplank onder ooghoogte

Van de miljoenen Amerikaanse boeken die jaarlijks verschijnen, wordt het merendeel niet of nauwelijks gelezen. Niet elk boek is een ‘Great American Novel’. Voor slechts een kleine minderheid is er een positieve ontvangst. Een nog kleiner aantal omvat de bekendste, zoals Gone With the Wind (1936) en The Great Gatsby (1925). Ze vinden nog steeds hun lezers. Voor velen, ook buiten de Verenigde Staten, zijn de jacht op de witte walvis in Moby-Dick (1851) en de tirannie van zuster Ratched in One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1962) welbekend.

In deze reeks artikelen gaat het niet om die absolute top van de Amerikaanse literatuur, maar om Amerikaanse romans die zich op de boekenplank net onder ooghoogte bevinden. Bij de selectie van de titels is rekening gehouden met een zo breed mogelijke spreiding van literair genre, stijl, thema en periode, en is gekozen voor een evenwichtige balans tussen fictie en non-fictie.

Te veel fantastische Amerikaanse boeken glippen door de mazen van het net. In deze American Dreamers-rubriek gaat het om minder bekende, maar zeker zo fraaie romans uit de bloeiende Amerikaanse literatuur.

Amerikaanse boekenkast

1. Desert Solitaire (1968) van Edward Abbey

2. Fear and Loathing in Las Vegas (1971) van Hunter S. Thompson

3. The Call of the Wild (1903) van Jack London

4. Benito Cereno (1856) van Herman Melville

5. The Red Badge of Courage (1895) van Stephen Crane

6. Factotum (1975) van Charles Bukowski

7. Do Androids Dream of Electric Sheep? (1968) van Philip K. Dick

8. Let the Great World Spin (2009) van Colum McCann

9. Pudd’nhead Wilson (1894) van Mark Twain

10. Mumbo Jumbo (1972) van Ishmael Reed