Hoe steeds meer Amerikanen teren op de kost van de overheid

Beeld: David Maxwell/EPA

Hun denkbeelden lopen op veel vlakken uiteen, maar één fundamentele filosofie deelt Donald Trump met Kamala Harris: de overheid moet de levens van Amerikanen verbeteren. Voor de Republikeinen een nieuwe overtuiging, ingegeven door een vergrijzende samenleving, schrijft Victor Pak.

De Verenigde Staten zijn het land van zelf de broek ophouden. Het sociale vangnet is er vele malen kleiner dan in Europese landen. Niet voor niets zei voormalig president Ronald Reagan eens dat de overheid geen problemen oplost, maar ze slechts subsidieert.

Toch schetst nieuw onderzoek een ontluisterend beeld van hoe steeds meer Amerikanen afhankelijk zijn van de overheid om rond te komen, bijvoorbeeld via pensioenen en bijdragen aan zorgkosten.

Denktank Economic Innovation Group ging na in welke districten de overheid opdraait voor minstens een kwart van de persoonlijke inkomens van Amerikanen. In 1970 gold dit nog voor minder dan 1 procent van de districten. Maar in 2000 was dat dit percentage gegroeid naar 10 procent, en in 2022 naar liefst 53 procent.

Belangrijkste verklaringen zijn een toename in de zorgkosten en, vooral, de vergrijzing. Alleen al dit jaar bereiken per dag gemiddeld 11.000 Amerikanen de leeftijd van 65 jaar, waarmee zij  – mits zij ten minste tien jaar hebben gewerkt  – recht hebben op het overheidspensioen.

Kandidaten willen grotere overheid

Het effect van deze trend is zichtbaar in de campagnes van Donald Trump en Kamala Harris. Beide presidentskandidaten willen dat de overheid een grotere rol speelt in de levens van Amerikanen. Republikein Trump wil onder meer dat autoleningen fiscaal aftrekbaar worden, Democraat Harris belooft starters op de huizenmarkt een overheidsgift van omgerekend ruim 20.000 euro.

Uit een doorrekening van hun plannen blijkt dat beiden een duizelingwekkend hoog bedrag zullen toevoegen aan de toch al astronomische staatsschuld van 35.000 miljard dollar: Trump 700 miljard, Harris 350 miljard.

Gek is het niet dat beiden hiervoor kiezen in campagnetijd. Wie pleit voor minder steun aan de burger, maakt zich impopulair. Maar met zo’n torenhoge staatsschuld zou een stukje minder overheid wel verstandig zijn.