De verhoging van de lage btw van 6 naar 9 procent doet stof opwaaien, maar is minder ingrijpend dan ze lijkt.
De dagelijkse boodschappen, uit eten gaan, boeken en een aantal diensten worden duurder. De verhoging levert de schatkist elk jaar 2,6 miljard euro op.
Een pak melk van 1,10 euro gaat, als de supermarkt de prijsverhoging doorberekent, 1,13 euro kosten. Een maaltijd in een restaurant van 25 euro gaat 25,70 euro kosten. Een boek van 17,50 euro wordt 50 cent duurder.
Duurder uit
Dat maakt het leven op het oog duurder. Maar hoeveel? Een schatting op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit 2013 leert dat lage inkomens ruim 10 euro per maand duurder uit zijn.
Dat valt mee. Een blik op de cijfers maakt duidelijk dat de lage btw maar een klein deel is van de indirecte belastingen die burgers elk jaar afdragen.
Lees ook van Jean Dohmen: Waarom u nooit zult ontkomen aan de fiscus.
Bij de meeste huishoudens gaat het om zo’n 10 procent van alle indirecte belastingen. Behalve btw hebben we het over accijnzen (tabak, alcohol, benzine) en bijvoorbeeld de wegenbelasting.
De hoge btw, die geheven wordt over luxe producten maar ook bijvoorbeeld over alcohol en energie, is een veel grotere kostenpost, en goed voor bijna de helft van de indirecte belastingen.
Uniform tarief
Afgezien daarvan heeft het niet zo veel zin om elke belastingmaatregel van het nieuwe kabinet apart te bekijken, omdat er belastingverlagingen tegenover staan.
Het geld van de verhoging wordt gebruikt om de inkomstenbelasting te verlagen. Door de bank genomen zou iedereen er op vooruit moeten gaan.
Economen zien de verhoging hooguit als eerste stap. Verschillende btw-tarieven verstoren de keuzes die consumenten maken. Zij pleiten daarom voor een uniform tarief.
Buurland
Supermarkten vrezen dat klanten over de grens gaan shoppen. Duitsland, bijvoorbeeld, heft maar 7 procent lage btw. België heeft lage tarieven van 6 en 12 procent. Of het prijsverschil door de verhoging in Nederland groot genoeg wordt, is de vraag.