Bijna iedereen gaat er op vooruit, is de boodschap van het nieuwe regeerakkoord van Rutte-III. Maar dat kan niet verhullen dat sommige groepen er meer op vooruitgaan dan anderen. Ook opvallend: het centrumrechtse kabinet gaat door met nivelleren.
Elsevier Weekblad zet vier opvallende winnaars en verliezers van de komende coalitie op een rij.
Aanrechtsubsidie
NIEUW:
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de gratis wekelijkse nieuwsbrief van Elsevier Weekblad met daarin het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw digitale brievenbus.
Het was op fiscaal gebied misschien wel de grootste tegenstelling tussen de coalitiepartijen. De liberalen (VVD en D66) zetten in op de ontplooiing van het individu en willen vrouwen dan ook stimuleren om te gaan werken. De christelijke partijen CDA en ChristenUnie willen juist de vrijheid voor gezinnen om zelf te bepalen of er één of twee verdieners zijn. De afgelopen jaren zat die christelijke visie in het verdomhoekje: de zogeheten ‘aanrechtsubsidie’ werd teruggeschroefd: kostwinnersgezinnen werden fiscaal afgestraft.
Hoe zit dat de komende jaren? Hebben de liberalen, of de christenen gewonnen? Zoals zo vaak bij een compromis, hebben beide kampen een beetje gewonnen. Eenverdieners gaan er per jaar 1,2 procent op vooruit, tweeverdieners 1,3 procent.
Nivelleren
De uitspraak van toenmalig PvdA-voorzitter Hans Spekman dat ‘nivelleren een feestje is’, heeft de VVD nog jaren achtervolgd. De achterban van de partij zit namelijk helemaal niet zo te wachten op nivelleren: beloon prestatie. Ook bij het CDA wordt er zo over gedacht. De ChristenUnie, en D66 nog iets meer, hadden in hun verkiezingsprogramma juist beleid staan dat de inkomensongelijkheid juist moest terugdringen.
Opvallend is dat Rutte, ook al heeft hij de PvdA als coalitiepartner verloren, doorgaat met nivelleren. Als het kabinet niets had gedaan, was de inkomensongelijkheid de komende jaren gegroeid volgens het Centraal Planbureau (CPB). Die groei wordt door de plannen in het regeerakkoord geheel omgebogen en zelfs omgezet in een kleine verlaging van de zogeheten Gini-coëfficiënt, zo is te zien in onderstaande CPB-tabel (arcering door Elsevier Weekblad). Daarmee gaan de coalitiepartijen zelfs verder in het terugdringen van de ongelijkheid, dan zelfs D66 in haar verkiezingsprogramma had staan.
Dat komt onder meer doordat allerlei aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek, worden beperkt tot het laagste belastingtarief. Ook verliezen mensen die meer gaan verdienen, sneller de arbeidskorting, het aparte fiscaal voordeel voor werkenden.
Werkenden en ouderen
Werkenden zien hun koopkracht de komende jaren twee keer zo snel stijgen als gepensioneerden, blijkt uit de doorrekeningen van het CPB. Bij werkenden is de plus 1,4 procent per jaar, bij ouderen 0,7 procent. Dat is onder meer het gevolg van de keuze van de nieuwe coalitie om bij de 5 miljard euro aan lastenverlichting zwaar in te zetten op werkenden. De belastingschijven voor gaan omlaag en de korting die werkenden op hun belasting krijgen (arbeidskorting) gaat omhoog.
Toch is er voor gepensioneerden niet alleen slecht nieuws. De zogeheten ‘harde knip’ in de ouderenkorting verdwijnt. Tot nu toe was het zo dat ouderen die één euro extra inkomen krijgen, ruim 1.000 euro aan belastingkorting konden verliezen. Vanaf 2019 gaat die ouderenkorting langzaam omlaag, wat een flinke lastenverlichting voor gepensioneerden met zich meebrengt (412 miljoen euro). Ook gaat de algemene heffingskorting op de belasting omlaag. Daar profiteren alle belastingplichten van: zowel werkenden als gepensioneerden.
Arm en rijk
Het kabinet zegt wel dat zij werken meer wil laten lonen, maar daar merken werknemers volgend jaar niets van. Het zijn juist de mensen met vermogen die volgend jaar profiteren.
Aan lagere belasting op werk besteedt het nieuwe kabinet volgend jaar welgeteld nul euro. De enige lastenverlichting die zij in 2018 doorvoert, is voor mensen met vermogen. Dat is te zien in onderstaande tabel uit het regeerakkoord (arcering door Elsevier Weekblad).
Nu hoeven mensen over de eerste 25.000 euro vermogen geen belasting te betalen, dat wordt 30.000 euro. Ook wordt de belasting op spaargeld verlaagd. Het is veel mensen een doorn in het oog dat zij veel belasting over spaargeld betalen (0,86 tot 1,62 procent), terwijl de spaarrente bij de grootbanken is gedaald tot 0,05 procent. Het kabinet wil de belasting meer laten aansluiten op de werkelijke spaarrente.
Wachten
Toch is het opmerkelijk dat de enige lastenverlichting van formaat die er volgend jaar is, naar vermogenden gaat. Nu moeten de werkenden tot 2019 wachten tot zij iets gaan merken van de belastingplannen van Rutte-III. Reken u dus nog niet meteen rijk met de beloofde 5 miljard euro aan lastenverlichting.