Medewerkers van de Belastingdienst hebben vaak te stellen met belastingplichtigen die zich, al dan niet terecht, benadeeld voelen. Sommige geschillen lopen al snel uit de hand, zoals blijkt uit een rapport van de Nationale ombudsman.
Geslagen
Een belastingambtenaar loopt tijdens zijn lunchpauze met een collega door de binnenstad van Roermond. Als hij langs het terras van een café loopt, wordt hij opeens vastgegrepen en geslagen. Het blijkt een horecaondernemer te zijn die een langlopend conflict heeft met het horecateam, en met name de ambtenaar en een andere collega. De ondernemer roept ook nog zoiets als ‘ik krijg jullie nog wel’.
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de gratis wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw digitale brievenbus.
Wederzijdse aangifte
Nog dezelfde dag gaan zowel de ondernemer als de ambtenaar, kort na elkaar, naar de politie. Volgens de ondernemer zag de ambtenaar hem op het terras zitten, lachte hem uit en stak zijn middelvinger op. Zijn vrouw en een vriend zouden alles hebben gezien.
De agent heeft in zijn verslag opgenomen dat de Criminele inlichtingendienst (CID) al onderzoek deed naar de ondernemer (hij zat later kort in voorlopige hechtenis op verdenking van bedreiging van belastingambtenaren), die ook ernstig overspannen was.
Geen van beiden doen uiteindelijk aangifte, maar de gemachtigde van de ondernemer dient wel meerdere klachten in bij de Belastingdienst, en uiteindelijk de Nationale ombudsman. De ondernemer en zijn vrouw zouden tijdens eerdere gesprekken op het Belastingdienstkantoor ook zijn beledigd.
Beledigd op kantoor
De belastingambtenaar geeft toe dat hij tijdens een gesprek met de vrouw op zijn voorhoofd heeft gewezen. Hij wilde hiermee aangeven dat zij een ongeloofwaardig verhaal had, en heeft hier later in het bijzijn van zijn collega excuses voor gemaakt.
Het was geen ‘prettig’ gesprek omdat er opnieuw illegale werknemers waren aangetroffen in het restaurant, en er grote twijfels bestonden over de administratie. Maar er zijn nooit uitspraken gedaan zoals: ‘In jouw huis zal nog maar één stoel staan, die macht heb ik’.
De ombudsman gelooft dat de ambtenaar inderdaad excuses heeft aangeboden, en dat de vrouw die stilzwijgend heeft aanvaard.
De opgestoken middelvinger
Ook het verhaal van de ondernemer over de opgestoken middelvinger gaat al snel onderuit.
Het laatste contact tussen de ondernemer en de ambtenaar was ongeveer vijf maanden geleden en de man had inmiddels een baard. Door een beeld kon de ambtenaar het terras pas op het laatste moment overzien. Bovendien was het zeer druk, moet de ondernemer helemaal achteraan hebben gezeten en is de ambtenaar nogal slechtziend.
De vrouw van de ondernemer was even met een vriend naar een telefooncel gelopen en zij zouden alles hebben gezien toen zij terugliepen naar het terras. Er zijn echter bouwwerkzaamheden aan die kant, en zij hadden vlakbij moeten zijn geweest om ‘alles’ te hebben kunnen zien. De ambtenaar noch zijn collega hebben de vrouw en de vriend gezien. De collega is wel een ‘niet onaardige dame’ tegengekomen, maar dat was niet de vrouw van de ondernemer.
Het valt de ombudsman op dat de verklaringen van de ondernemer, zijn vrouw en de vriend vrijwel identiek zijn. Ook zijn vriend heeft het over ‘de mij bekende heer …’ maar het is onduidelijk hoe hij de ambtenaar kent.
Welke vinger?
Er wordt ook steeds iets anders gezegd over welke middelvinger zou zijn gebruikt.
De ondernemer heeft tegen de agent verklaard dat de ambtenaar zijn rechterhand gebruikte, de agent heeft het later zelfs nog voorgedaan aan de ambtenaar. Maar dan had de ondernemer het nooit kunnen zien, het terras was namelijk links van de ambtenaar.
Zijn gemachtigde is heel stellig: de ambtenaar stak de middelvinger van zijn linkerhand op terwijl hij zijn linkerarm gestrekt langs zijn lichaam hield. Volgens de ombudsman is dit ‘fysiek niet wel doenlijk’.