De economie groeit hard, maar burgers houden nauwelijks meer geld over. Hoe dat komt? De gaskraan gaat dicht, duurzame energie wordt gesubsidieerd en de vergrijzing slaat toe. Allemaal redenen voor de staat om met de pet bij de burger langs te gaan.
De verzorgingsstaat is de afgelopen dertig jaar versoberd. Toch stijgen de collectieve lasten de laatste jaren opeens weer flink: 39 procent van wat in Nederland wordt verdiend, wordt in de vorm van belastingen of premies afgedragen aan de staat. Een paar jaar geleden was dat nog 35 procent.
Waar komt die stijging vandaan? Natuurlijk is er de vergrijzing – de AOW werd sinds 2009 ruim 10 miljard euro duurder. Maar wat ook meespeelt, is dat de gaskraan dichtgaat en dat staatsbedrijven minder dividend uitkeren. In de jaren tachtig kwamen er nog miljarden guldens aan dividend binnen van onder meer de Rijkspostspaarbank en het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT).
Daarnaast financierden de Groningse gasvelden in die jaren een flink deel van de verzorgingsstaat. Steeds meer van die meevallers vallen weg, met als gevolg dat de belastingbetaler moet bijspringen.
Koopkracht afromen
Lees hier het coververhaal van Elsevier Weekblad deze week: hoe de onverzadigbare staat de extra koopkracht van de burgers afroomt. Het artikel geeft ook antwoord op de vraag waarom diezelfde burgers daar zelf medeschuldig aan zijn. Want willen we niet allemaal dat de zorg zo veel mogelijk collectief wordt betaald, net als een flink deel van onze oude dag?