De Kamer heeft met de Belastingdienst afgesproken dat vrijwel alle berichten nog minimaal twee jaar ook op papier worden gestuurd. Zo missen belastingplichtigen geen belangrijke berichten door de slechte werking van de digitale postbus, de ‘Berichtenbox’.
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.
Een belastingplichtige geeft begin juni 2016 een adreswijziging door aan de Belastingdienst, maar zijn brief heeft weinig effect.
Het duurt bijna anderhalf jaar voordat zijn nieuwe adres door de Belastingdienst is verwerkt. De fiscus heeft dan al een ambtshalve aanslag inkomstenbelasting (IB) voor 2015 opgelegd, gevolgd door een dwangbevel voor het niet betalen van deze aanslag.
Alleen het dwangbevel, gedateerd op 15 november 2017, komt op het nieuwe adres van de man binnen. De uitnodiging tot het doen van IB-aangifte over 2015 en de ambtshalve aanslag zijn naar zijn vroegere adres gestuurd. Op 6 juli 2017 komt de ambtshalve aanslag in de Berichtenbox van de man binnen.
Zijn de regels veranderd door de invoering van de Berichtenbox?
Een uitnodiging tot het doen van aangifte en andere besluiten van de Belastingdienst hebben pas gevolgen als ze zijn ‘bekendgemaakt’. In de praktijk betekent dit dat een aanslag per papieren post moet zijn verzonden. De inspecteur neemt nu het standpunt in dat een aanslag al is bekendgemaakt zodra die per digitale post is verzonden.
Rechtbank Den Haag is het hier niet mee eens. De regels voor het bekendmaken van besluiten zijn niet veranderd door de invoering van de Berichtenbox. In de ‘Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst’ staat dat aanslagen niet uitsluitend digitaal worden bekendgemaakt. Het moment waarop een besluit per papieren post is verzonden is dus nog steeds beslissend.
Geen boete voor het te laat doen van aangifte mogelijk
De inspecteur heeft een zogenoemde verzuimboete ter hoogte van 369 euro opgelegd voor het te laat indienen van de IB-aangifte. Een bezwaarschrift tegen deze boete is door hem niet eens in behandeling genomen omdat het niet op tijd zou zijn ingediend. Hij heeft de maximale bezwaartermijn (zes weken) gerekend vanaf de datum waarop de aanslag digitaal is verzonden.
Volgens de Rechtbank was de man inderdaad te laat met zijn bezwaarschrift, maar deze termijnoverschrijding was niet zijn schuld. Hij kon immers pas een bezwaarschrift indienen nadat hij wist dat er een aanslag was opgelegd.
Het staat vast dat alleen het dwangbevel van 15 november 2017 op het juiste adres is bezorgd. Alle eerdere post van de fiscus is naar het oude adres gestuurd, en er is onvoldoende bewijs dat de man eerder wist van de aanslag. De Rechtbank hanteert daarom 15 november 2017 als de start van de bezwaartermijn, en concludeert dat de man tijdig bezwaar heeft gemaakt.
De man heeft op 14 december 2017, ruim veertien maanden na de uitnodiging tot het doen van aangifte, alsnog de IB-aangifte voor 2015 ingediend. Het grootste deel van de vertraging is echter veroorzaakt door de Belastingdienst, en kan hem dus niet worden aangerekend. De verzuimboete van 369 euro vervalt dan ook.