Het besluit van de nieuwe coalitie om de dividendbelasting in 2020 af te schaffen, is allesbehalve warm ontvangen.
Gezien vanuit het perspectief van burgers, die jarenlang hun lasten zagen oplopen en er ook de komende jaren nauwelijks op vooruitgaan, is dat goed te begrijpen.
NIEUW!
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.
Lasten burgers
Terecht is de vraag gesteld of het kabinet de 1,4 miljard euro die de afschaffing van de dividendbelasting kost, niet beter had kunnen gebruiken om de lasten van de eigen burgers en bedrijven te verlagen.
Probleem voor het kabinet is, zoals het Centraal Planbureau (CPB) al aanstipte, dat er geen bewijs is dat Nederlanders profiteren van het schrappen van de dividendbelasting, bijvoorbeeld door extra banen.
Beter onderbouwen
Wanneer het kabinet zo’n maatregel, die in een geen van de verkiezingsprogramma’s van de coalitiepartijen stond, toch wil nemen, dan moet het die goed kunnen onderbouwen.
Dat is onvoldoende gebeurd. De overtuiging dat een maatregel nuttig is, volstaat niet. Er wordt in Nederland al te veel geld uitgegeven, zonder dat duidelijk is of het wat oplevert. VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff sprak van een gok.
Zorgen reëel
Dat wil niet zeggen dat de zorgen van het kabinet over de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplaats voor bedrijven onterecht zijn. Het internationale speelveld verandert de komende jaren ingrijpend.
De Amerikaanse president Donald Trump wil de belastingen verlagen. De kans is groot dat de Britse regering na de Brexit in 2019 ook dat pad gaat bewandelen. De zorgen dat de Nederlandse economie daardoor schade oploopt, zijn reëel.
Lees over dit onderwerp ook de column van Hans van den Hurk: Rutte houd vol en schrap dividendbelasting!
Stevige argumenten
Enkele grote internationale bedrijven zouden druk hebben uitgeoefend op de nieuwe coalitie om de dividendbelasting te schrappen – iets wat op zich niet verboden is.
Maar internationale bedreigingen vragen om een – weldoordachte – reactie. Verlaging of afschaffing van de dividendbelasting kan daarvan zeker een onderdeel zijn, net als verdere verlaging van de winstbelasting voor bedrijven.
Het kabinet moet ook niet bang zijn om daarvoor de komende jaren desnoods extra geld uit te trekken, maar dan wel graag op basis van stevige argumenten.