Eindelijk: meer duidelijkheid over herstel box 3

18 september 2024Leestijd: 4 minuten

Prinsjesdag bracht meer duidelijkheid over de box 3-hersteloperatie die de schatkist ongeveer 10 miljard euro kost. Welke beleggers krijgen belastinggeld terug?

Op 6 juni vond de Hoge Raad dat het kabinet box 3 niet op juiste wijze heeft gewijzigd, nadat dezelfde Raad al in 2021 had geoordeeld dat de belasting op spaargeld en beleggingen niet deugt. Het oordeel van juni heeft enorme gevolgen.

Het betekent dat beleggers maximaal over ongeveer 6 procent rendement belasting betalen. Dat is het fictieve percentage waarover de Belastingdienst beleggers volgens de wet moet aanslaan. Maar is hun werkelijk rendement lager, dan rekenen ze af over dat lagere rendement.

Die aftopping van het belastbare rendement op 6 procent levert voor beleggers een ideale situatie op, die aanhoudt tot het nieuwe box 3-stelsel in werking treedt. Dat moment staat gepland voor 2027, maar loopt zeer waarschijnlijk vertraging op. De Belastingdienst moet door de uitspraak van juni met terugwerkende kracht zo’n 2,6 miljoen aangiften aanpassen. Dat is een mega-operatie.

Beleggers kunnen met terugwerkende kracht tot en met 2021 belastinggeld terugvragen, als in enig jaar hun rendement lager lag dan circa 6 procent. Een klein deel heeft ook nog recht op reparatie met terugwerkende kracht tot en met 2017. Dat is de groep die bezwaar maakte tegen hun belastingaangifte over de jaren 2017 tot en met 2020. Dat ging toen vooral over de hoge belasting op spaargeld.

Er loopt nog een rechtszaak over de vraag of ook niet-bezwaarmakers over de jaren 2017 tot en met 2020 box 3-belasting terug moeten krijgen. Dat zou de rekening voor de schatkist nog veel gepeperder maken.

Vreemde uitkomsten door belang WOZ-waarde

Op Prinsjesdag werkte staatssecretaris Folkert Idsinga (NSC) uit hoe van elk jaar het werkelijke rendement kan worden bepaald, in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad.

Dat zijn de directe inkomsten, zoals rente, dividend en huur. En de verkoopopbrengst van bijvoorbeeld een aandeel of huis. Ook ongerealiseerde (papieren) waardestijgingen van aandelen en huizen tellen mee. Kosten zijn niet aftrekbaar, behalve de rentekosten over leningen in box 3. 

Van beursgenoteerde aandelen is de waarde te vinden op de beurs. Bij huizen is de WOZ-waarde leidend. De waardestijging (of -daling) van een huis in 2023, is het verschil in de WOZ-waardes van 2023 en 2024.

Dat levert wel vreemde uitkomsten op. Door de WOZ-waarde 1 januari van het voorgaande jaar als peildatum heeft, ontstaat de situatie dat de stijging of daling van 2023 eigenlijk die van 2022 is.

Ook bij de verkoop van een huis blijft de fictieve WOZ-waarde leidend. De werkelijke verkoopprijs wordt genegeerd. Wordt een huis halverwege het jaar verkocht, dan is de evenredige WOZ-waarde in een jaar de verkoopprijs.

Stel: de WOZ-waarde stijgt van 500.000 naar 600.000, en de verkoop is op 1 juli. Dan houdt de verkoper 550.000 aan als verkoopprijs en de koper 550.000 euro als aankoopprijs. Ook al is er 700.000 euro voor het pand betaald.

Mogelijk nieuwe rechtszaken op komst

In box 3 wordt alleen vermogen belast boven 57.000 euro per persoon. Wie het werkelijke rendement wil berekenen, moet dat over het hele vermogen berekenen. Vermogens die net boven de vrijstelling uitkomen, zullen daardoor niet gauw voor teruggaaf in aanmerking komen.

Een vakantiehuis of ander onroerend goed in box 3 dat niet wordt verhuurd, levert toch inkomsten op. Net zoals voor het eigen huis (in box 1) een eigenwoningforfait geldt, gaat voor het huis in box 3 een eigengebruikforfait gelden, van ongeveer 5 procent over de WOZ-waarde.

Uit de brief van de staatssecretaris en uit bijgeleverde discussiestukken wordt niet duidelijk hoe er wordt omgegaan met verbeterkosten van het onroerend goed. Wat gebeurt er als iemand een garage op eigen grond bouwt van 100.000 euro en die garage voor 100.000 euro verkoopt?

Strikt volgens de uitspraak van de Hoge Raad is er dan een winst van 100.000 euro, zonder dat bouwkosten in aftrek kunnen worden genomen. Dat zou, zo schatten de ambtenaren van het ministerie in, weleens tot nieuwe rechtszaken kunnen leiden.

Overigens lopen er nog verscheidene box 3-zaken bij de Hoge Raad. Mogelijk kunnen die de plannen van de staatssecretaris dwarsbomen. Is de evenredige verdeling van de WOZ-waarde wel juist?

Hoe nu verder?

Deze maand werkt de staatssecretaris de regels voor het rechtsherstel verder uit en worden ook de laatste openstaande punten verhelderd.

Eind dit jaar krijgen belastingplichtigen bericht van de Belastingdienst over welke jaren zij mogelijk box 3-belasting kunnen terugkrijgen, en of zij daarvoor nog aanvullende verzoeken moeten indienen. Dat laatste gaat vooral over de jaren 2017 tot en met 20219.

Eind 2025 komt een formulier beschikbaar om het werkelijke rendement over de voorgaande jaren op te geven. In 2026 wordt het teveel aan belasting teruggestort. Althans, dat is de planning van deze mega-operatie die nog verder kan worden verstoord als de Hoge Raad in de tussentijd met nog meer spectaculaire uitspraken komt.

Jeroen van Wensen
Jeroen van Wensen (1973) is redacteur Economie bij EW.
Lees meer
Jeroen van Wensen