Rusland ‘legt basis’ voor bevrijding Palmyra

Een IS-video met verwoestingen in Palmyra - bron: AFP

Het Russische leger is zich aan het terugtrekken uit Syrië, maar de luchtmacht is nog altijd actief boven land, om terreurbewegingen als Islamitische Staat (IS) en Jabhat al-Nusra een flinke slag toe te brengen. Zo is dat ook afgesproken in het akkoord over een wapenstilstand in dit bloedige conflict.

Hoewel IS terrein verliest, heeft het nog altijd grote gebieden in Irak en Syrië in handen.

Zijderoute

Bijvoorbeeld rond de antieke stad Palmyra, ooit een belangrijke stad op de Zijderoute tussen Oost en West. Er woonden al mensen tweeduizend jaar voor Christus, met de bloeiperiode tijdens het Romeinse Rijk.

Lees ook Palmyra was ooit een stad in bloei, nu in puin

Maar sinds de terreurgroep van Abu Bakr al-Baghdadi de stad in mei vorig jaar veroverde, wordt alom gevreesd dat er van de kunstschatten weinig meer over is. IS ziet alles dat niet in hun radicaalislamitische straatje past als afgoderij, en deinst niet terug voor grootschalige verwoestingen. Eerder gebeurde dat bijvoorbeeld al in de oude Assyrische stad Nimrud.

Bandieten

De Russische president Vladimir Poetin is vastbesloten om wat (nog) over is van Palmyra voor het nageslacht te bewaren. In een verklaring gisteren over de terugtrekking van zijn troepen uit Syrië, sprak hij over IS als ‘bandieten’, en dat Palmyra maar snel in handen mocht vallen van Assads strijdkrachten.

‘Ik hoop dat deze parel van de beschaving, of wat ten minste over is nadat de bandieten er hebben huisgehouden, terugkeert naar het volk van Syrië en de gehele wereld.’ Russische jets blijven Assad steunen bij zijn offensief tegen IS, sprak hij.

Volgens het Russische ministerie van Defensie vliegen jets inderdaad af en aan om de Syrische president te helpen bij het verslaan van IS rond Palmyra. Daarvoor is een intussen ‘de basis gelegd’. Het regeringsleger heeft al enkele sleutelposities in handen, en heeft IS bevoorradingsroutes naar de antieke stad afgesneden, zegt luitenant-generaal Sergej Rudskoi, die eraan toevoegde ervan overtuigd te zijn dat de Syriërs snel weer de controle zullen hebben over de stad.