Een maand na de aanslagen in Brussel betogen de Belgische ministers Jan Jambon (Binnenlandse Zaken) en Koen Geens (Justitie) dat het oneerlijk is dat België wordt afgeschilderd als een falende staat. Dat beeld zou ‘ongenuanceerd’ zijn.
De twee ministers waren maandag in het Europees Parlement om tekst en uitleg te geven over de Belgische aanpak van terrorisme. ‘De internationale pers heeft de reactie van België op de terreurdreiging afgeschilderd als zwak en inefficiënt. Dat beeld heeft ons land niet enkel beschadigd, het is ook beledigend voor het harde werk van vele landgenoten, zei Geens.
Afshin Ellian: Falend België wil eigen problemen niet onder ogen zien
Veel fouten
Na zelfmoordexplosies op vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek die aan 32 mensen het leven kostten, kwamen allerlei verhalen naar buiten over hoe de daders vrijwel ongezien hun acties konden plannen. Zo zou Najim Laachraoui, een van de aanslagplegers op Zaventem, vijf jaar lang op de luchthaven hebben gewerkt.
Een groot aantal terreurverdachten achter de aanslagen in zowel Brussel als Parijs kwam uit Molenbeek, de voorstad van Brussel waar ook Parijs-terrorist Salah Abdeslam zich maandenlang kon schuilhouden. Ook de geradicaliseerde broers Ibrahim en Khalid El Bakraoui konden ongestoord in de buurt van Brussel verblijven, terwijl ze op dat moment al waren veroordeeld voor langdurige celstraffen.
Lees ook: De vele fouten in terreuronderzoek België
‘We waren helden’
Jambon wees in het Europees Parlement erop dat de Belgen begin 2015 nog als ‘helden’ werden bestempeld nadat de Belgische autoriteiten hielpen om een aanslag in Verviers te voorkomen. België zou nog altijd een leidende rol spelen bij het volgen van uitgereisde jihadisten. Ook zei Jambon, die vorige week nog onder vuur kwam te liggen door uitspraken over dansende moslims na de aanslagen, dat moslims niets zomaar gestigmatiseerd moeten worden.
Dat juist Jambon en Geens de aanpak van de Belgische regering proberen te verdedigen is opvallend, omdat beiden hun ontslag aanboden na de aanslagen in de hoofdstad. Ze gaven toe dat er grove fouten waren gemaakt door de veiligheidsdiensten, bijvoorbeeld bij het volgen van Ibrahim El Bakraoui. De gezochte extremist werd door Turkije uitgezet naar Nederland, maar kon vanaf daar hij ongestoord verder reizen.