Vier maanden na de verkiezingen in Spanje is het Pedro Sánchez, de leider van de socialistische partij PSOE, niet gelukt om een regering te vormen met andere politieke partijen. Nieuwe verkiezingen moeten de oplossing bieden, maar de patstelling lijkt voort te duren in het Zuid-Europese land.
In december 2015 rolde er voor de Spanjaarden een unieke uitslag uit bij de parlementaire verkiezingen. Decennia lang heersten de conservatieve Partido Popular (PP) en de socialistische PSOE wisselend over Spanje. Deze keer behaalde geen van de twee een meerderheid, wat werd veroorzaakt door de opkomst van twee nieuwe partijen: het linkse Podemos (‘We kunnen het’) en het liberale Ciudadanos (‘Burgers’).
Onmogelijk
Omdat de twee oude partijen niet willen samenwerken, werd het een schier onmogelijke opdracht voor zowel de PP als de PSOE om een coalitie te vormen. Waarnemend premier Mariano Rajoy kwam er al snel achter dat zijn partij geen functionerende regering bijeen kon krijgen, en na maanden van vruchteloze onderhandelingen met linkse partijen kwam Sánchez dinsdag tot dezelfde conclusie.
Het is nu aan de Spaanse koning Felipe, die dinsdag de hele dag met alle fractieleiders overlegde, om het parlement te ontbinden en nieuwe algemene verkiezingen uit te schrijven. Naar verwachting zullen die eind juni plaatshebben.
Geen verandering
Of dat de politieke problemen zal oplossen is zeer de vraag. In peilingen krijgen de partijen ongeveer dezelfde percentages kiezers achter zich als bij de afgelopen verkiezingen. De PP zou dan nog steeds de grootste zijn, met een chaotisch landschap achter zich waar de PSOE, Podemos en Ciudadanos de zetels verdelen.
Corruptie in Spaanse politiek? Niks aan de hand, zegt premier Rajoy
De politieke impasse heeft verrassend genoeg vooralsnog weinig negatieve gevolgen voor de Spaanse economie gehad, zeggen economen. Toch verkeert de Spaanse economie nog altijd in zwakke staat, met een werkloosheidspercentage van rond de 20 procent en zeer lage groei. Ook de uitgaven van de overheid zijn nog altijd een stuk hoger dan de EU-regels toestaan.