Syrische regeringstroepen van president Bashar al-Assad hebben zaterdag een massagraf gevonden in de antieke stad Palmyra. De groeve aan de noordoostelijke rand bevat meer dan veertig lichamen. Er zouden veel vrouwen en kinderen liggen.
Het leger van Assad heroverde Palmyra vorige week zondag op terreurgroep Islamitische Staat (IS). Waarschijnlijk zijn de de dode lichamen in het graf slachtoffers van terreurgroep IS. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten meldde eerder dat de extremistische organisatie een aantal mensen had gedood en begraven in Palmyra.
Bloeiperiode
De ooit zo schatrijke stad gold jarenlang als een van de best bewaard gebleven antieke plekken. Er woonden tweeduizend jaar voor Christus al mensen in Palmyra. De bloeiperiode was tijdens het Romeinse Rijk, toen de plek door inwoners werd aangeduid als ‘de Stad van Duizend Zuilen’.
Terreurleger IS nam de stad vorig jaar mei in. Archeologen moesten vervolgens met lede ogen aanzien hoe de fundamentalisten de monumenten in Palmyra verwoestten en een einde maakten aan het leven van honderden inwoners. Het amfitheater werd gebruikt als decor voor publieke massa-executies.
Lees ook
Palmyra, ooit een stad in bloei, nu in puin
Het erfgoed in Palmyra is volgens de ideologie van de moslimextremisten ‘onislamitisch’ dat gemaakt is door ‘ongelovigen’ en moest worden vernietigend.
Cruciale zege
Nadat IS de antieke stad tien maanden bezet wist te houden, boekte het leger van president Assad vorige week zondag een cruciale zege. Bij de drie weken durende strijd om Palmyra werden vierhonderd IS-terroristen gedood – de grootste nederlaag voor IS sinds het uitroepen van het ‘islamitische kalifaat’.
Met de herovering van de antieke stad hoopt Assad – die werd gesteund door Rusland – ook de oostelijke provincie Deir al-Zor voor zich te winnen. Dat gebied is nu nog grotendeels in handen van IS. Palmyra vormde een belangrijk obstakel op de route naar Deir al-Zor.