Er is opnieuw een relletje ontstaan tussen Turkije en de Europese Unie (EU). Kritische uitspraken van de EU-ambassadeur in Turkije Hansjörg Haber zijn de Turken in het verkeerde keelgat geschoten.
Haber zei vorige week tijdens een persconferentie dat Turkije het geheel aan zichzelf te danken heeft dat visumliberalisering nog geen vaststaand feit is. De visumvoorwaarden zijn al sinds 2013 bekend, legde de topdiplomaat uit. Toch weigert de Turkse president Recep Tayyip Erdogan nog steeds om alle eisen in te willigen. ‘In Duitsland hebben we een spreekwoord: wie begint als een Turk, kan eindigen als een Duitser’, zei Haber. ‘In dit geval is het omgekeerde gebeurd.’
Kleineren
De uitspraken leidden tot boze reacties van de Turken. Minister van Europese Zaken Volkan Bozkir noemde het een aanval op Erdogan en een poging om Turkije te kleineren. Erdogan zelf zei overeenkomsten te willen sluiten met Brussel, niet met individuen.
Turkse visumliberalisatie moedigt import van terreur en misdaad aan
Toch is de Duitse EU-politicus op het matje geroepen door het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken, blijkt woensdag. Haber moet komen uitleggen waarom hij de ‘roekeloze’ uitspraken heeft gedaan. De Turken zijn ‘woedend’, benadrukt een bron binnen het ministerie tegen Haber7.
Lastige route
De weg naar snelle visumliberalisering wordt ondertussen steeds lastiger. Turkije weigert de antiterreurwetten aan te passen, die nu veelvuldig worden gebruikt om journalisten en activisten op te pakken en de mond te snoeren. Het Europees Parlement heeft aangegeven niet te willen stemmen over visumvrij reizen voor de Turken, zolang ze niet aan alle 72 voorwaarden hebben voldaan.
Turkije heeft één zwakke plek, weet ook Erdogan
In Europa zijn veel zorgen over de gevolgen van visumvrij reizen voor 78 miljoen Turken. In een nog niet gepubliceerd rapport van de Europese Commissie wordt gewaarschuwd dat buitenlandse terroristen en criminele netwerken misbruik kunnen maken van het systeem. Ze hebben dan enkel een Turks paspoort nodig om de EU binnen te komen, schrijft de Commissie.