Fallujah: wie temt wraakzuchtige sjiitische milities?

Hebben de leiders van de sjiitische milities die aan de poorten staan van de Iraakse stad Fallujah, een bolwerk van IS, hun manschappen nog wel onder controle? Die vraag doemt op nu de kans op bloediger sektarisch geweld zienderogen toeneemt.

De voorman van de grootste paramilitaire groep van de sjiieten, Hadi al-Amiri, is kritisch over de pogingen om Fallujah te heroveren op de terreurbeweging.

Kinderen

Volgens hem ontbreekt het aan een ‘precieze planning’ van de operaties rond de stad in het midden van Irak, 50 kilometer ten westen van de hoofdstad Bagdad. Al-Amiri staat aan het hoofd van de Badr-beweging die is verbonden aan Iran – en zodoende heel wat operationele steun krijgt uit Teheran.

Eerder waarschuwde dezelfde Al-Amiri nog dat ‘niemand hen kon tegenhouden’. 50.000 burgers (onder wie naar schatting 20.000 kinderen) die zich nog altijd in de belegerde stad ophouden, kregen tien dagen de tijd om Fallujah te verlaten.

Ratten in de val

Ze zitten als ratten in de val, aangezien IS deze mensen tegenhoudt. Er zijn berichten dat inwoners als menselijk schild worden ingezet. Zij die de stad toch weten te ontvluchten, worden zonder pardon neergeschoten, zegt een Noorse hulporganisatie.

Daarbij zou een onbekend aantal zijn gedood. Op foto’s is te zien hoe wanhopige mensen door de rivier de Eufraat waden op zoek naar veiligheid. Honderden hebben zich verzameld aan de oever in afwachting van een overtocht. The Guardian schrijft op basis van de vluchtelingenorganisatie dat 18.000 burgers vluchtelingenkampen hebben weten te bereiken, sinds het Iraakse leger twee weken het offensief begon.

Bloedbaden

Essentieel bij deze operatie is de steun van de gevreesde sjiitische milities. Maar de Iraakse regering wil dat deze strijders uit de stad weg blijven, uit angst voor het aanwakkeren van sektarisch geweld. De milities zouden hun woede kunnen koelen op de soennitische bevolking.

Het Amerikaanse leger weigert luchtsteun te geven aan de sjiitische strijders, omdat zij bang zijn dat de soennieten in Fallujah zich uit overlevingsdrang juist zullen aansluiten bij IS. Dat speelt de terreurbeweging, die haat koestert tegen alles dat sjiitisch is, alleen maar in de kaart. De sjiitische grootayatollah Ali al-Sistani riep zijn volgelingen eind mei op om zich in te houden. Richt geen bloedbaden aan onder burgers, was zijn klemmende oproep.