Amerikaanse veiligheidsdiensten hebben Omar Mateen, de dader van de schietpartij in een homobar in Orlando, de afgelopen jaren meermaals ondervraagd. Toch kon hij ongestoord aan de slag bij een beveiligingsbedrijf, waar hij zelfs wapentraining kreeg.
‘Daad van haat’Zichtbaar aangedaan sprak de Amerikaanse president Barack Obama zondagavond van een ‘daad van terreur en haat’. Hij hamerde er opnieuw op dat het in Amerika te makkelijk is om aan verwoestende wapens te komen.
In 2013 en 2014 werd Mateen, een Amerikaan met Afghaanse ouders, ondervraagd door agenten van geheime dienst FBI. De eerste keer was dat naar aanleiding van haatzaaiende opmerkingen die Mateen maakte tegenover collega’s van het beveiligingsbedrijf waar hij werkte. Zij maakten zich toen al zorgen dat hij sympathiseerde met terroristen. De FBI kwam na onderzoek tot de conclusie dat hij geen wetten had overtreden en liet hem met rust.
Contact met jihadist
Een jaar later werd Mateen in verband gebracht met een Amerikaanse jihadist van terreurgroep Al Nusra, die zichzelf in Syrië opblies. Het contact tussen de twee zou minimaal zijn geweest, en weer kon Mateen ontsnappen. In die jaren stond hij wel op een officiële lijst met potentiële terroristen, geven FBI officials toe tegen de krant Los Angeles Times.
Slachtoffers
Langzaam wordt meer duidelijk over de identiteit van de vele slachtoffers. Tot nu toe zijn negen overledenen officieel geïdentificeerd. De lichamen die nog in de nachtclub lagen, worden maandag geborgen en naar het mortuarium van de politie gebracht.
Omdat er ‘niets was voor de FBI om verder onderzoek op te baseren’ werd hij van die lijst afgehaald. Afgelopen week kon Mateen zonder problemen aan het pistool en het semi-automatische geweer komen die hij zondag bij zijn terreurdaad gebruikte om vijftig mensen in een nachtclub in Orlando dood te schieten. Voor zijn werk bij beveiligingsbedrijf G4S kreeg hij eerder al wapentraining, gaf zijn werkgever maandag toe.
Zelf geradicaliseerd
Mateen zou trouw hebben gezworen aan Islamitische Staat (IS) en die groep eiste de aanslag van dan ook op. Toch is het de vraag of de terreurgroep daadwerkelijk contact met hem had, zegt het Democratische congreslid Adam Schiff, die hoofd van de inlichtingencommissie van het Congres is.
Wat weten we over de schutter in Orlando?
De inlichtingendiensten houden er rekening mee dat de man in zijn eentje radicaliseerde. Dat zou ook het geval zijn geweest met de daders achter de schietpartij in San Bernardino afgelopen jaar.