In de nasleep van de mislukte staatsgreep is de Turkse president Recep Tayyip Erdogan in eigen land enkel populairder geworden. Het lijkt het perfecte moment om een controversieel presidentieel systeem in te voeren.
Het Turkse presidentschap is momenteel een neutrale, vooral ceremoniële functie, en het is geen geheim dat Erdogan veel liever een presidentieel stelsel invoert waarbij de besluitvorming om hem draait. Politiek gezien is dat niet gemakkelijk: hij moet 330 van de 550 Parlementsleden zien te overtuigen om een referendum toe te staan over een grondwetswijziging.
Waarom Erdogan opeens fel nationalistisch is
Het volk zou zijn plannen best eens kunnen steunen, zeker nu Erdogan populairder is geworden door zijn felle reactie op de mislukte coup van afgelopen zomer. In het parlement staat de AK-partij uiteraard achter hem, maar Erdogan heeft ook de steun nodig van de oppositie. De meeste partijen verzetten zich tegen een veel machtigere president, maar de leider van de Nationalistische MHP, Devlet Bahçeli, zou wel te porren zijn voor een referendum.
Het verklaart waarom de Turkse president zich van zijn meest nationalistische kant liet zien de afgelopen weken. In één speech zei Erdogan dat ‘we onze huidige grenzen niet vrijwillig hebben geaccepteerd’, in een ander laakte hij het verlies van territorium ten opzichte van het Ottomaanse Rijk. Ook refereerde hij naar eeuwenoude plannen om de Iraakse steden Mosul en Kirkuk onderdeel van Turkije te maken, tot woede van Iraakse leiders.
Praktisch al een heersende president
In feite heeft Erdogan de positie van president al heel anders ingevuld dan zijn voorgangers. Erdogan was eerst premier, en hield na zijn verkiezing als president vast aan veel van zijn machten. Tijdens de afgelopen parlementsverkiezingen was hij geen neutrale speler, maar voerde hij volop campagne voor zijn AK-partij.
Syp Wynia: ‘De hamvraag luidt of moet worden uitgesproken dat Turkije nooit lid van de EU kan worden’
Terwijl buitenlandse leiders hun onvrede uitspreken over de acties van Erdogan, lijkt de president ondertussen steeds dichterbij zijn gewenste referendum te komen. De minister van Justitie, Bekir Bozdag, zei onlangs op Turkse televisie dat een referendum best al komend voorjaar kan worden georganiseerd. Bahçeli van de nationalisten wil niet spreken voor zijn hele partij, maar gaf wel aan dat hij ‘het geen probleem vindt om de mensen te vragen naar hun mening’.