Door blunder na blunder heeft de Belgische politie dertien kansen gemist om de terroristen te pakken die in november vorig jaar toesloegen in Parijs. Een onderzoeksrapport toont aan dat de Belgische diensten vooral kampten met een groot tekort aan personeel.
Na de aanslagen in Parijs, grotendeels voorbereid in België, startte het Comité van Toezicht op de Politiediensten een onderzoek naar het handelen van de Belgische politie. De Belgische krant De Tijd heeft het definitieve onderzoeksrapport in handen en schrijft over de reeks fouten die werden begaan.
Broers Abdeslam waren al jarenlang in vizier
Zo kwamen terroristen Salah en Brahim Abdeslam al in de zomer van 2014 in beeld van de politie. Een van de twee zou zijn gaan radicaliseren, maar de diensten wisten niet zeker wie. Daarop werd besloten – tot afkeuring van het onderzoekscomité – geen van de broers op te nemen in de politiedatabank, om de onschuldige Abdeslam-telg te beschermen.
In januari 2015, tien maanden voor de aanslag, kreeg de politie van Molenbeek nieuwe aanwijzingen dat beide Abdeslam-broers waren geradicaliseerd. De politie wist door een tip uit de beruchte Brusselse deelgemeente dat de twee in contact stonden met de bekende IS-terrorist Abdelhamid Abaaoud, maar de informatie werd niet verder onderzocht. Reden: een tekort aan personeel.
Aanwijzing na aanwijzing werd genegeerd
Toen het dossier werd doorgeschoven naar het federale niveau, bleek dat ook de gerechtelijke politie in Brussel geen manschappen beschikbaar had. De dossiers werden echter niet aan andere diensten doorgestuurd.
Op die manier miste de politie allerlei aanwijzingen. Telefoongegevens van Salah Abdeslam werden weliswaar opgeslagen, maar er werd niets mee gedaan. Het uitgebreide netwerk van Abaaoud werd pas onderzocht nadat een buitenlandse veiligheidsdienst tot tweemaal toe een waarschuwing stuurde. Er werd ook gedetailleerde informatie over zelfmoordterrorist Bilal Hadfi verzameld door Belgische agenten, maar die info bleef zes maanden op de plank liggen.
Het onderzoekscomité signaleert nog een probleem: de Belgische antiterreureenheden werken met twintig verschillende databanken, wat rompslomp en vertraging oplevert. Zo werd een vraag uit Spanje over Brahim Abdeslam door de Belgen pas ná de aanslagen in Parijs beantwoord. Het rapport is doorgestuurd naar de parlementaire commissie die onderzoek doet naar terroristische aanslagen in België.