De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry dreigde er al mee: als de Russen niet stoppen met hun bombardementen op en rond Aleppo, dan willen wij niet meer praten over een nieuw staakt-het-vuren in Syrië. De luchtaanvallen gingen door, en dus schort Amerika het overleg nu op.
‘Het was geen eenvoudige beslissing,’ zegt woordvoerder John Kirby volgens CNN.
Rusland krijgt zware verwijten
‘Ons geduld met Rusland is nu echt op,’ wilde ook de woordvoerder van het Witte Huis kwijt, terwijl hij de beslissing toelichtte. Volgens Josh Earnest heeft het Kremlin ingeboet aan geloofwaardigheid. ‘Ze maakten afspraken, maar kwamen ze vervolgens niet na.’ Rusland en hun bondgenoot, de Syrische president Bashar al-Assad, krijgen het zware verwijt dat zij ‘de Syrische bevolking met hun bommen op de knieën proberen te krijgen’.
Omdat de onderhandelingen nu dus worden gestopt, trekken de Amerikanen nu ook hun personeel terug dat een speciaal coördinatiecentrum met Rusland zou opzetten. De samenwerking wordt overigens niet helemaal opgeschort in Syrië. Want over een ding blijft zowel Moskou als Washington het eens: Islamitische Staat moet worden bestreden. Dat betekent dat ze hun anti-terreuracties op elkaar blijven afstemmen, om zo te voorkomen dat de twee landen die elk hun eigen coalitie aanvoeren, in elkaars vaarwater komen.
‘Diplomatie aan de beademing’
Amerika dreigde Rusland afgelopen woensdag dat de Amerikanen de diplomatie met het land zouden verbreken, als Moskou en Damascus niet onmiddellijk stoppen met het bombarderen van Aleppo. In Washington zouden zelfs ‘militaire opties’ op tafel zijn gekomen. Later kwamen de Amerikanen wel weer terug op hun dreigende woorden. ‘De diplomatie ligt aan de beademing, maar is nog niet dood,’ was de mededeling.
De oorlogsmachine in Syrië dendert door, schrijft Afshin Ellian. In Aleppo zitten nu meer dan 1,7 miljoen burgers zonder water. De stad Aleppo lijkt op Stalingrad, en het is Iran dat zich daarvoor moet schamen >
Maar Rusland reageerde anders dan de Amerikanen hoopten. Er gingen juist meer gevechtsvliegtuigen naar Syrië. Volgens de presidentiële woordvoerder Dmitry Peskov is het resultaat van de Russische luchtcampagne dat er nu geen ‘geen enkele terrorist, noch Islamitische Staat (IS) noch Al-Nusra, in Damascus zit’ – de hoofdstad en regeringscentrum waar Assad nog altijd in het zadel zit. Twee weken geleden klapte het staakt-het-vuren, dat werd afgesproken door Rusland en Amerika. Beide partijen gaven elkaar ervan de schuld.