De afgelopen weken hebben de Syrisch-Koerdische YPG-milities vier dorpen veroverd op Islamitische Staat (IS) – een eclatant succes. Maar Turkije is niet blij met het feit dat de YPG, dat als een verlengstuk wordt gezien van terreurbeweging PKK, voet aan de grond krijgt in het noorden van Syrië.
De Turkse luchtmacht heeft woensdagavond 26 aanvallen uitgevoerd op stellingen van de Syrisch-Koerdische YPG-militie in Noord-Syrië. Daarbij zijn tussen de 160 en 200 strijders van de YPG gedood, laat het Turkse leger weten.
Dorpen juist veroverd op IS
De aangevallen doelen lagen bij de dorpen al-Hasiya, Um al-Qura en Um Hosh. De door Koerden aangevoerde Syrische Democratische Strijdkrachten hadden die in de afgelopen weken juist op terreurgroep Islamitische Staat (IS) veroverd. Volgens Turkije zijn bij de aanvallen negen gebouwen, een pantserwagen en vier andere voertuigen van de YPG werden vernietigd.
Sinds augustus mengt Turkije zich ook in de strijd – waar al veel partijen bij betrokken zijn – om te voorkomen dat de Koerdische milities een aaneengesloten gebied langs de Turkse grens in handen krijgen. Het is de bedoeling dat er een brede bufferzone wordt gevormd – een soort safe zone. De YPG-milities worden gezien als een verlengstuk van de terroristische PKK, en zijn dus bedreiging voor de Turkse staat, is de redenering.
Lees meer over de safe zone: hoe ver reikt de lange arm van Erdogan in Syrië?
Weg met Bashar al-Assad
Ankara is tegenstander van de Syrische president Bashar al-Assad, en steunde de opstand tegen zijn regime – die later uitmondde in een bloedige, uitzichtloze burgeroorlog. Maar inmiddels lijken de Turken er een meer realistische benadering op na te houden. Immers, de Syrische president blijft gewoon in het zadel zitten. Zo werd het conflict met Rusland – Assads bondgenoot – bijgelegd.
Op hoog niveau voeren de twee landen nu overleg over een oplossing van de crisis, met onder meer een deal over Aleppo. Gisteren kwamen de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en zijn Russische collega Vladimir Poetin overeen dat het radicaalislamitische Jabhat al-Nusra – een soort zelfstandige tak van Al-Qa’ida – uit Aleppo moet worden verdreven, schreef Hurriyet.
De door Turkije gesteunde troepen van het Vrije Syrische Leger zijn in de afgelopen weken vanaf de grens zuidwaarts opgerukt naar al-Bab, de laatste grote plaats in het noordwesten van Syrië die nog in handen is van IS.