Waarom IS vooral onder criminele moslims ronselt

De terreurcel van Parijs (op de afbeelding Abdelhamid Abaaoud - de architect van de aanslagen) had ook banden met de onderwereld - Foto: AFP

Een overgrote meerderheid van jihadisten heeft een crimineel verleden. Gevangenissen zijn daarmee perfecte ronselplekken voor Islamitische Staat (IS) en andere terreurbewegingen.

Echt verrassend is het niet, maar een nieuw rapport van het Londense International Centre for the Study of Radicalization and Political Violence (ICSR) laat een ware fusie zien tussen criminele bendes in Europa en jihadistische groeperingen.

Grote aantallen jihadisten met criminele achtergrond

Peter Neumann, directeur van de denktank, die verbonden is aan het prestigieuze King’s College London, spreekt van een ‘misdaad-terreur nexus’, die criminele jihadisten moeilijk traceerbaar zou maken voor veiligheidsdiensten. Van de database van jihadisten die het ICSR onderzocht, had twee derde een gewelddadige criminele achtergrond.

Jonge criminelen die in de gevangenis zitten zouden vatbaarder zijn voor religieuze terreurgroepen, omdat ze ‘met zichzelf in het reine willen komen na ervaringen met drugs, bendes of misdaad’, aldus het onderzoek. Jihadistische groeperingen spelen hier vervolgens handig op in, door ze een illusie van religieuze verlossing te bieden. Jonge (moslim)mannen met een crimineel verleden zijn hierdoor extra vatbaar voor ronseling voor de jihad.

Een voorbeeld is de Britse groep Raya al-Tawheed, gelieerd aan IS, die jongens werft via onder meer sociale media. De groep noemt zichzelf ook wel The Banner of God. De slogan die de groep op Facebook propageert is ‘Mensen met het slechtste verleden maken soms de beste toekomst’.

Stap naar religieus geweld is snel gemaakt

Omdat dit type jongeren al ervaring heeft met geweld, is de stap naar geweld binnen een jihadistische context snel gemaakt. ‘Ze hebben een excuus om zich te gedragen zoals ze altijd gedaan hebben, alleen komen ze er dit keer mee de hemel in,’ zegt Neumann tegen The Independent.

Waar de veiligheidsdiensten hier de mist ingaan, volgens Neumann, is dat ze verwachten dat jongeren zich ook steeds ‘religieuzer’ gaan gedragen – bijvoorbeeld door een baard te laten groeien of door zich anders te kleden.

Dat is in het geval van de jongeren uit de database van het ICSR vaak niet zo. Een meerderheid van hen rookte, dronk alcohol en gebruikte drugs tot net voordat ze zich aansloten bij IS. Daarnaast concludeert de denktank logischerwijs dat het toetreden tot de jihad niet altijd leidt tot een vermindering in criminaliteit.

Een aantal praktijkvoorbeelden. Saïd Kouachi, een van de broers die verantwoordelijk is voor de aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs, zou voor de aanschaf van zijn wapens bijvoorbeeld gebruik hebben gemaakt van geld dat hij verdiende met het verkopen van nepsneakers. Ook de jihadisten uit de Brusselse en Parijse terreurcellen hadden connecties met de onderwereld.

Amédy Coulibaly, de terrorist die vier mensen doodde tijdens de gijzeling van een Joodse supermarkt in Parijs, zat een tijd in de gevangenis voor onder meer drugshandel en overvallen. Hij zat in Fleury-Mérogis in Parijs, toevallig dezelfde gevangenis waar nu terreurverdachte Salah Abdeslam vastzit, en zei destijds in de Franse pers dat het de ‘beste f*cking school voor misdaad’ was. De gevangenis in kwestie is notoir om grote aantal jihadisten dat er heeft gezeten.

Alerter op radicalisering

Gevangenissen zouden daarom volgens het ICSR alerter moeten zijn op radicalisering binnen de eigen muren. Volgens het rapport heeft een aantal gevangenissen, waarbinnen bekende terreurcellen ontstonden, verschillende rode vlaggen aan zich voorbij laten gaan.

De denktank pleit tot slot voor het bestrijden van haatimams binnen de gevangenismuren, desnoods door de aanstelling van imams van buitenaf voor moslims die daar behoefte aan hebben.