Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement, stapt op en gaat de Duitse politiek in. In 2013 sprak Elseviers Carla Joosten met Schulz, onder meer over eurosceptisch Nederland. ‘Wat een kruideniersmentaliteit.’
Voorzitter Martin Schulz (57) van het Europees Parlement is Europeaan in hart en nieren. Hij kwam van ver, overwon een alcoholprobleem en had altijd een sterke drang zich waar te maken. December vorig jaar mocht hij namens de Europese Unie (EU) de medaille in ontvangst nemen behorend bij de Nobelprijs voor de Vrede. Hij kon zijn vreugde niet op toen het volk op het plein in Oslo ‘EU, EU’ scandeerde. Een lichtpunt in een tijd dat de Unie volgens hem in een depressie verkeert.
Schulz mist politici van het kaliber Helmut Kohl, de christen-democratische Duitse bondskanselier die zijn politieke lot op het spel zette door de Duitsers de mark af te nemen. Zelf is hij de gedoodverfde kandidaat van de Europese socialisten voor de functie van voorzitter van de Europese Commissie, het uitvoerend orgaan van de Europese Unie.
Handenwrijvend komt hij zijn kantoor binnen in het Europees Parlement in Brussel. Schulz had net het zoveelste overleg over de Europese meerjarenbegroting. Dat de Europese staatshoofden en regeringsleiders die begroting voor het eerst in de historie verlaagden, zette kwaad bloed bij een meerderheid van de 754 parlementariërs.
ELSEVIER Het Parlement wil altijd meer geld. Dat begrijpen burgers niet.
Martin Schulz: ‘Dat begrijpen de burgers heel goed. Zij kunnen daar immers van profiteren. Het betekent meer geld voor sociale uitgaven, regionale ontwikkeling, onderzoek.’
ELSEVIER Sociale uitgaven behoren tot het nationale domein.
Schulz: ‘Als ik zeg sociale uitgaven bedoel ik geld voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dat moet op EU-niveau, want op het nationale niveau gebeurt het niet en we hebben in sommige landen een dramatische jeugdwerkloosheid die de samenleving verstoort.’
ELSEVIER Waarom wordt dat niet op nationaal niveau aangepakt?
Schulz: ‘Dat moet ook, maar de EU moet helpen. Dat is een kwestie van psychologie. We trekken 700 miljard euro uit om de banken te stabiliseren. We hebben 6 miljard over voor jongeren zonder baan.’
ELSEVIER Maar de banken betalen dat terug.
Schulz: ‘En de jongeren die straks werk krijgen, gaan werken.’
ELSEVIER Een land kan toch zelf geld uitgeven tegen de jeugdwerkloosheid?
Schulz: ‘Er zijn lidstaten die dat niet kunnen, omdat ze geen geld meer hebben. De EU is een gemeenschap gebaseerd op solidariteit.’
ELSEVIER Veel crisislanden kregen al decennia Europees geld. Het helpt kennelijk niet. Waarom toch doorgaan met die transfers?
Schulz: ‘Nederland heeft lang geprofiteerd van de structuurfondsen van de EU en kreeg als grote landbouwstaat veel geld uit Brussel. Loont het? Ja dus.’
ELSEVIER Maar landen gebruiken het geld niet om de economische structuur te verbeteren.
Schulz: ‘Nederland voert de hervormingen ook maar moeizaam door. Ik weet trouwens nog dat Flevoland veel geld kreeg.’
ELSEVIER Ja, dat vonden de Nederlanders idioot.
Schulz: ‘Ik heb daar vragen over gesteld, maar de Nederlandse regering wilde het geld graag hebben. De verontwaardigde burgers hadden in Den Haag moeten klagen.’
Afshin Ellian: Weg met de parodie op democratie! Hoe EU moet hervormen
De Haagse visie dat alleen arme landen nog Europese hulp moeten krijgen, onderschrijft hij niet. ‘Bij de eengemaakte markt horen regio’s met een vergelijkbare ontwikkeling. Duitsland heeft als federale staat de bondslanden via transfers altijd gelijk behandeld en heeft daardoor een relatief homogeen economisch gewicht. Een slimme stabiele markt mijdt grote verschillen. Neem Italië. Het Noorden is superrijk…’
ELSEVIER Dat is een probleem voor Italië.
Schulz: ‘Nee, dat is een probleem voor de Unie. Als Italië niet opknapt, wordt de eengemaakte markt als geheel getroffen.’
ELSEVIER Jaren subsidie en nog is er een arm en rijk deel.
Schulz veert geïrriteerd op: ‘Zegt u eens: bent u eigenlijk hier naartoe gekomen om mij te vertellen hoe het zit of komt u me vragen stellen?’
ELSEVIER Dit zijn toch reële vragen?
Schulz: ‘Kijkt u eens naar Duitsland en Nederland. Nederland hangt extreem aan de Duitse markt. Als die in de put raakt, gaat Nederland mee de put in. De Duitse markt hangt voor 35 procent van de export af; 42 procent gaat naar de eurozone. De meerderheid van de eurolanden wankelt. Als die landen niet uit de crisis komen, raakt ons dat zeer. Daarom is sanering van die economieën nodig. Spanje was op weg een G9-staat te worden. Het had een gezonde staatshuishouding, een bloeiende economie. Nooit zijn er in Spanje zo veel auto’s gekocht als in die tijd. Kent u Seat?’
ELSEVIER De Spaanse Fiat?
Schulz: ‘Seat is Volkswagen, ziet u. De Spaanse automobielmarkt is ingezakt. Volkswagen heeft dit jaar voor het eerst minder omzet. We hebben er allemaal baat bij dat de Europese markt zich goed ontwikkelt. Ik ben hierover begonnen omdat in Nederland de opvatting heerst: we hebben met de anderen niets te maken. En dat is een vergissing.’
ELSEVIER Waaruit leidt u dat af?
Schulz: ‘Ik hoor u en heb het debat over de EU-begroting in de Tweede Kamer gevolgd. Ik versta Nederlands.’
ELSEVIER Begrijpt u de groeiende euroscepsis?
Schulz: ‘Ik geloof dat we het vertrouwen van de burgers kunnen terugwinnen. Om te beginnen moeten we niet iedereen die kritisch is eurosceptisch noemen. Ik ben een enthousiaste pro-Europeaan, maar ik vind dat de EU in een catastrofale situatie zit. In Nederland en Duitsland hebben ze het gevoel dat ze veel betalen en er niets voor terug komt. In Griekenland dat ze onder een vreemd regime staan. Om hier uit te komen, moeten we Brusselse taken teruggeven aan de nationale staten. Doe lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal kan, nationaal wat nationaal kan.’
Dat Brussel de horeca wilde verbieden olijfolie in open kannetjes te serveren, noemt hij ronduit quatsch . ‘In de Europese Commissie zijn twee denkscholen. De ene heeft pas rust als het laatste gemeentelijk kerkhof is geprivatiseerd. De andere pas als er een Europese begrafenisregeling is. Daarmee moet het afgelopen zijn. Daar is geen verdragswijziging voor nodig. Dat kan met de subsidiariteitsclausule uit het verdrag ook.’
ELSEVIER Dus u bent het eens met het Nederlandse kabinet?
Schulz: ‘Jazeker. Frans Timmermans en ik zijn het over deze dingen al jaren eens.’
Schulz grijpt naar zijn antieke Nokia en zegt: ‘Zal ik Frans bellen? Hij is een innige vriend. Een geëngageerde pro-Europeaan. En ik denk dat we het op bijna alle Europese punten eens zijn. We zijn buren. Wonen tegenover elkaar op de grens. Dus ja, dat terugbrengen van taken, steun ik. De Unie moet zich concentreren op internationale handel, migratie, belastingvlucht, klimaatverandering, georganiseerde criminaliteit. Voor die dingen moet de EU goed worden uitgerust.
Het maakt nogal wat uit dat de EU met vijfhonderd miljoen mensen als gelijke partner met de Amerikanen kan onderhandelen of dat de Amerikanen de Hollanders tegen de Duitsers uitspelen, of de Duitsers tegen de Polen en de Polen tegen de Italianen. Daarom moet de Europese Commissie feitelijk de EU-regering zijn die verantwoording aflegt tegenover het Europees Parlement. En ook tegenover de lidstaten.’
ELSEVIER Gaat het deze kant op?
Schulz: ‘Frankrijk wil de audiovisuele sector buiten het handelsverdrag houden, de Duitsers willen de automobielindustrie beschermen, de Italianen zullen zeggen: geen spaghetti. En dan zijn we nog maar amper begonnen. Met een concretere taakverdeling kun-nen we het vertrouwen van de burger terug-winnen. De natiestaten blijven bestaan, we zullen geen Europese bondsstaat scheppen.’
ELSEVIER U noemt de Commissie de regering, maar de macht ligt toch bij de Europese lidstaten?
Schulz: ‘U vraagt me naar mijn visie, u geeft de werkelijkheid weer. De leiders trekken alle macht naar zich toe. Dat is een groot probleem, omdat het neerkomt op herinvoering van de unanimiteitsregel. Er is altijd wel iemand tegen, dus er gebeurt niets. Als de Maltese premier zegt: dit bevalt me niet, dan staat de EU-trein stil. De stagnatie die hieruit voortvloeit, dat we 25 crisistoppen nodig hebben om tot een uitkomst te komen, bevalt de burgers niet.’
Elsevier Kunt u verdedigen dat een parlementariër 4.300 euro per maand krijgt voor onkosten zonder dat er bonnetjes hoeven te worden overlegd?
Schulz : ‘Bondsdagleden krijgen ongeveer hetzelfde. Als ik parlementariër was in Berlijn zou de Bondsdag daar en thuis een bureau voor mij betalen. Maar ik krijg dat niet en betaal dat uit de vergoeding. Ik moet namelijk wel als Duitse afgevaardigde 800.000 mensen vertegenwoordigen. We hebben er lang over gediscussieerd, maar wat kost een dienst die dit voor 754 parlementariërs maal 12 moet controleren?’
ELSEVIER Burgers missen kostenbesef. Midden in de crisis bouwt het Parlement een Huis van de Europese Geschiedenis.
Schulz: ‘Ik heb bijgedragen aan vermindering van de kosten van het Parlement. En ik ben erg voor dat museum. De Unie is een van de grootste verworvenheden van ons continent. Ik ben aan de grens met België en Nederland geboren en getogen. Ik herinner me de haat tussen de volkeren goed. Als burgemeester zag ik hooligans aan beide zijden van de grens Herzogenrath-Kerkrade optrekken.’
ELSEVIER Pfff, voetbal.
Schulz, serieus: ‘De EU heeft vrede en welvaart gebracht zoals we die nooit eerder kenden.’
Hij vraagt wanneer de interviewer is geboren. Op het antwoord – 1960 – zegt hij: ‘Ik in 1955. Mijn vader in 1912. Twee wereldoorlogen. Mijn moeder in 1920. Totale inflatie, het Derde Rijk, volledige vernietiging van alle materiële en morele waarden, de wederopbouw en de terugkeer van Duitsland in de democratische statengemeenschap door de Europese eenwording. Is dat het niet waard om gedocumenteerd te worden? Of de val van de fascistische dictaturen in Spanje, Portugal en Griekenland of van het communisme? Ik vind dit debat kleingeestig.’
ELSEVIER Krijgen Amerika en de NAVO ook een plaatsje? In een expositie hier ontbraken ze.
Schulz: ‘Daar hebt u een punt. Ik ben onlangs in Henri-Chapelle geweest, aan de Duits-Belgische grens, een van de Amerikaanse begraafplaatsen in Europa. Tienduizenden jonge Amerikanen lieten hun leven voor onze vrijheid.’
ELSEVIER Hoe machtig is een parlement dat niet over zijn eigen zetel kan beslissen?
Schulz (zucht): ‘Ik ben verbaasd dat deze vraag telkens uit Nederland of het Verenigd Koninkrijk komt. De EU is geen bondsstaat of federale staat, maar een statenverbond. En het Parlement is niet het parlement van een federale staat, maar van een statenverbond van soevereine staten. Die staten hebben besloten dat zij over de zetels van de instellingen beslissen. Ik ben ervoor dat het Parlement dat zelf doet.’
ELSEVIER Gaat u het proberen?
Schulz: ‘Dan moet het verdrag worden gewijzigd. De Nederlanders en Britten kunnen dat aan de orde stellen. Ik heb daartoe opgeroepen: let op, nu komt het nieuwe Verdrag van Lissabon, grijp uw kans. Niemand deed dat. En toen de heer Geert Wilders het Nederlandse kabinet gedoogde, stond in het Regeerakkoord dat het Parlement één officiële vestigingsplaats moest hebben. Maar er is nooit een verzoek uit Den Haag gekomen. Begrijpelijk, want dan zou Frankrijk Europol in Den Haag of de Europese Centrale Bank opeisen.’
ELSEVIER Kan dat wel, een parlement voor 28 landen?
Schulz, quasi humoristisch met de hem kenmerkende Rijnlandse tongval: ‘Zoals u ziet. U zit hier nu al een uur met de president van dat Parlement.’
ELSEVIER Een parlement met een legitimiteitsprobleem.
Schulz: ‘Als je soevereiniteitsrechten overdraagt naar een transnationaal niveau zoals gebeurde met de munt, landbouw, handel, consumenten- en milieubescherming, schep je een transnationale democratie. Als de regeringen dan achter gesloten deuren vergaderen om vervolgens de verbaasde onderdanen te vertellen dat ze het niet eens zijn geworden, de moderne versie van het Weense congres, dan zitten daar wel 28 mensen die democratisch volledig gelegitimeerd zijn. Maar alleen via hun eigen parlement. Mark Rutte is alleen de Tweede en de Eerste Kamer verantwoording verschuldigd. Niet de Duitse Bondsdag. Maar zijn stem treft ook de Duitse burgers. En mevrouw Angela Merkels beslissingen treffen ook u. Als we willen dat die ook transnationaal zijn gelegitimeerd, moeten we ook transnationaal parlementarisme scheppen.’
Gevraagd naar de toekomst heft Schulz zijn armen. Hij wil dat Europa ophoudt met navelstaren en bijvoorbeeld een economische zone in het Middellandse Zeegebied ontwikkelt voor handel, landbouw, onderzoek en watermanagement, en dat bedrijven er investeren. ‘Waarom gebeurt dit niet? Omdat er in Nederland en Duitsland zo veel mensen zijn die zo argumenteren als u. Die zeggen: nee, dat kost te veel geld. Wat een kruideniersmentaliteit.’
ELSEVIER Denkt u dat de Koning nog dit jaar naar het Parlement komt?
Schulz vraagt: welke koning? Waarop zijn woordvoerder zegt dat koning Willem-Alexander mogelijk nog in december naar het Parlement komt of dat Schulz bij hem op bezoek gaat.
Schulz: ‘Dat is toch mooi dat ik dat ook hoor. De Koning is een aardige kerel. Ik heb hem in Rome ontmoet bij de inauguratie van de paus. Daar hebben we elkaar gesproken. En ik vind zijn moeder, prinses Beatrix, een uitzonderlijke vrouw met wie ik me meermalen zeer goed heb onderhouden.’
Martin Schulz
Geboren op 20 december 1955 in Hehlrath, Duitsland
1982-1994 Eigen boekhandel
1984-1999 SPD-raadslid in Würselen
1987-1998 Burgemeester Würselen
1994 Lid Europees Parlement
2004 Fractieleider socialisten
2012 Voorzitter Europees Parlement
Dit interview verscheen in Elsevier, nummer 13, 20 juli 2013