De Turkse autoriteiten hebben zaterdag nog eens negen politici van de Koerdische oppositiepartij HDP opgepakt. Vrijdag werden al 12 HDP-parlementariërs, onder wie de co-voorzitters, gearresteerd.
Zaterdag werden onder meer de voorzitters van de provinciale afdeling en van de districtsafdeling van de partij in de zuidoostelijke provincie Adana gearresteerd, meldt de partij zelf via persbureau Reuters. Bewoners demonstreerden vrijdag en zaterdag op verschillende plekken tegen de arrestaties.
Ook journalisten moeten langer zitten
De parlementariërs die vrijdag werden gearresteerd worden ervan verdacht banden te hebben met de Koerdische PKK-beweging, in de ogen van Turkije en de Europese Unie een terreurorganisatie. De parlementariërs zouden zich onder meer schuldig hebben gemaakt aan het verspreiden van ‘terreurpropaganda’, en kwamen eerder niet opdagen toen ze door de rechtbank werden opgeroepen om verklaringen te geven.
Bovendien is de voorlopige hechtenis van de hoofdredacteur en acht columnisten en medewerkers van de kritische, seculiere krant Cumhuriyet zaterdag verlengd. Ook zij werden opgepakt op verdenking van terrorisme: zij zouden banden onderhouden met de organisatie van de islamitische prediker Fethullah Gulen, de aartsvijand van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Ook zouden ze ‘misdrijven uit naam van Koerdische militanten’ hebben gepleegd.
EU maakt zich zorgen, maar wil met Turkije blijven praten
De reactie van de Europese Unie op de arrestaties is wederom lauwtjes. Hoewel de EU zijn ‘zorgen uit’, wordt er nog niet overwogen om de onderhandelingen over Turkse toetreding tot de Unie te staken.
EU-buitenlandchef Federica Mogherini en eurocommissaris Johannes Hahn zeggen in een gezamenlijke verklaring bezorgd te zijn over de arrestatie van ‘democratisch verkozen leiders,’ verwijzend naar HDP-voorzitters Selahattin Demirtas en Figen Yuksekdag. Volgens de EU voegt dit alleen maar toe aan de zorgen die ontstonden nadat de Turkse regering in mei dit jaar besloot om de parlementaire immuniteit op de heffen.
Ook Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement, deed een verklaring uit, waarin hij zorgen formuleert over wat er nu nog overblijft van het politieke pluralisme in Turkije. Hij trekt de ‘basis voor een goede relatie tussen de EU en Turkije’ in twijfel. Maar concrete maatregelen worden nergens genoemd.
De Duitse regering, die de afgelopen tijd vaker in de clinch kwam met Turkije, laat zich nog het felste uit over de kwestie: de Turkse ambassadeur in Berlijn werd op het matje geroepen en Duitsland benadrukt dat de opgepakte HDP-leden recht hebben op een eerlijk proces.
Sinds de mislukte coup van 15 juli zijn al 30.000 mensen opgepakt onder het mom van een grootschalige zuivering door de Turkse regering, die zowel aanhangers van Gulen als de PKK weg wil hebben. In juli riep Erdogan een noodtoestand uit, waarmee hij bepaalde grondwettelijke verplichtingen opzij kan schuiven. De noodtoestand is verlengd tot midden januari. Ook overweegt de Turkse regering om de doodstraf opnieuw in te voeren.
Volgende week brengt de EU een nieuw rapport uit over de status van kandidaat-lidstaten, waaronder Turkije. Maar volgens bronnen in Brussel worden de gesprekken over Turkse toetreding nog altijd niet gestaakt. ‘De communicatielijn moet open blijven,’ vindt de EU, die ook nog altijd afhankelijk is van Turkije met betrekking tot de eerder gesloten migratiedeal.