Om een cultstatus van de overleden Cubaanse dictator Fidel Castro tegen te gaan, mogen er geen standbeelden van hem komen of straten, parken en pleinen naar ‘El Comandante’ worden vernoemd.
‘De leider van de revolutie wees elke manifestatie van een persoonlijkheidscultus af,’ zegt zijn broer en huidige president Raúl Castro zaterdag in Santiago de Cuba. Dat deed hij in een toespraak tegenover tienduizenden Cubanen.
In deze ruim 100 pagina’s tellende biografie wordt het leven van Fidel Castro door kenners uitvoerig geschetst en prachtig in beeld gebracht. Maar de uitgave is zeker geen eerbetoon. Bestel de ‘ter herinnering’ hier voor maar 8,95 euro >
Periode van nationale rouw
Daarvoor zal deze maand een wetsvoorstel worden ingediend, laat Raúl weten, die daarmee naar eigen zeggen tegemoetkomt aan de laatste wensen van zijn broer. De urn met de as van Fidel is na een reis door Cuba aangekomen in Santiago en wordt zondag bijgezet op begraafplaats Santa Ifigenia, op 2,7 kilometer van de kazerne waar Fidel met een kleine groep kameraden zijn revolutie in 1953 begon. Met de bijzetting zal een periode van negen dagen van nationale rouw ten einde komen.
Fidel Castro overleed vorige week op 90-jarige leeftijd. Zaterdagavond kwamen honderdduizenden mensen samen om hun leider de laatste eer te bewijzen. De aanhangers hadden foto’s bij zich van de Cubaanse communist en zwaaiden met vlaggen. Ze riepen leuzen als ‘Raul, vriend, het land is met jou’ en ‘Ik ben Fidel’ en ‘Fidel gaat niet weg’. ‘Voor Fidel, in de heroïsche stad Santiago de Cuba, zweren we om het land en het socialisme te verdedigen,’ sprak broer Raul de menigte toe.