Door een grote brand is een asielzoekerscentrum in de Duitse grensprovincie Noordrijn-Westfalen in vlammen opgegaan. De politie verdenkt een groep ontevreden immigranten van de brandstichting.
De Duitse brandweer zette donderdagmiddag groot materieel en meer dan honderd brandweermannen in, toen de eerste meldingen binnenkwamen van een brand bij een noodopvangkamp Staumühle in het dorp Hövelhof. De barakken – het kamp is een voormalige militaire kazerne – brandden vrijwel geheel af, zegt de politie.
Politie pakt vijf asielzoekers op
Bij de grootschalige brand raakten bijna zestig mensen gewond, meldt het Duitse WDR. Het gaat om zowel asielzoekers als personeel. De meeste van hen liepen een rookvergiftiging op, zeker één persoon raakte zwaargewond. Dertig gewonden worden in het ziekenhuis behandeld.
Grote ontevredenheid in kamp
De brand komt niet uit het niets, want er zijn al veel langer opstootjes in het opvangcentrum. In het kamp , zo’n 2 uur verwijderd van de Nederlandse grens, verblijven 500 immigranten, vooral mensen die weinig kans maken op een verblijfsvergunning. Ze komen voor het grootste deel uit veilige Balkanlanden.
De asielzoekers klagen over de lange wachttijden – gemiddeld drie maanden – en de geïsoleerde ligging van het kamp. De dichtstbijzijnde stadskern is een paar kilometer verwijderd van de militaire kazerne.
Afgelopen week gingen groepen Albanezen en Georgiërs nog met elkaar op de vuist. Volgens de regionale krant Neue Westfälische waren zo’n zestig personen betrokken bij de vechtpartijen. Na de onrust besloot de deelstaat om extra beveiligers neer te zetten in het opvangkamp.