De Amerikaanse president Barack Obama maakt zich zorgen over het gebrek aan vertrouwen in de inlichtingendiensten van het land. Die zeggen zeker te weten dat Rusland de Amerikaanse verkiezingen probeerde te beïnvloeden, maar een reeks Republikeinen wil hard bewijs zien.
Poetin startte een cybercampagne om de uitslag van de verkiezingen te beïnvloeden, zo schrijven inlichtingendiensten CIA, FBI en NSA in een vrijdag openbaar gemaakt rapport. Onder meer de gegevens over de Democratische partij die in handen kwamen van WikiLeaks, zouden zijn buitgemaakt door Russische hackers.
Geen nieuwe bewijzen
De Russen zouden als belangrijkste doel hebben gehad om het vertrouwen in de democratie te beschadigen, maar ook om de kansen van Hillary Clinton aan te tasten. Het Kremlin had ‘een duidelijke voorkeur’ voor de Republikeinse kandidaat, Donald Trump, concluderen de diensten.
Met nieuwe bewijzen van de Russische rol kwamen ze echter niet. In het rapport staat dat de hacks van Moskou ‘zo werden georganiseerd, dat elke rol kon worden ontkend’. De drie diensten schalen de geloofwaardigheid van hun informatie overigens anders in: de FBI en de CIA zeggen dat die ‘zeer waarschijnlijk’ correct is, de NSA heeft minder vertrouwen in de conclusies.
Obama snapt vertrouwen in Poetin niet
Er heerst nog altijd scepsis bij veel Republikeinen over de vermeende Russische rol. De vertrekkende Obama maakt zich daar zorgen over, zo zei hij vrijdagavond in een interview op ABC News. ‘Er zijn Republikeinen en tv-persoonlijkheden die meer vertrouwen lijken te hebben in Vladimir Poetin dan in mede-Amerikanen, puur omdat het Democraten zijn. We moeten niet vergeten dat wij in hetzelfde team zitten. Poetin hoort niet bij ons team.’
Arend Jan Boekestijn: met wat geluk kan Trump globale stabiliteit verhogen
Trump – eerder zeer kritisch over de inlichtingendiensten – werd vrijdag achter gesloten deuren bijgepraat over de details van hun onderzoeken naar de hacks. Het geheime rapport zou wel eens concreter kunnen zijn dan de publieke versie, want na afloop verklaarde Trump dat ‘Rusland, China en andere landen voortdurende proberen in te breken in onze instituten’. Eerder zei hij nog dat vrijwel iedereen achter de hacks had kunnen zitten.