Twee onderzoekers van de Verenigde Naties (VN) zijn vermoord aangetroffen in de Democratische Republiek Congo. De Congolese overheid vond de lichamen in een ondiep graf.
Het betreft de Zweedse Zaida Catalán (36) en de Amerikaan Michael Sharp (34). De twee VN-vredeswerkers werden al ruim twee weken vermist. De politie vond ook de lichamen van hun Congolese chauffeur en tolk, en twee ongeïdentificeerde motorrijders. Catalán was onthoofd. Volgens lokale bronnen liep de groep in een hinderlaag van Kamwina Nsapu-militie, die berucht zijn om onthoofdingen.
The bodies U.N Researchers Zaida Catalan & Michael Sharp found in shallow graves in the Congo. Michael used to meet the Rebels in church! pic.twitter.com/Ho9yxnbXxT
— Nana Kwaku Agyemang (@ganjarfarmer) March 29, 2017
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Buitensporig geweld
De twee VN-onderzoekers bevonden zich in de provincie Kasaï. In Kasaï strijdt sinds augustus 2016 de Kamwina Nsapu-militie tegen de Congolese overheid. De militie zet kindsoldaten in die zij drugs toedienen. Ook het Congolese leger maakt zich schuldig aan buitensporig geweld. Bij de gevechten zijn honderden doden gevallen.
Sharp en Catalán maakten deel uit van een vredesmissie. Sharp was al jaren actief in de regio, onder meer als protestantse zendeling. Hij deed eerder vredeswerk in buurland Rwanda.
De afgelopen maanden is het geweld in Congo sterk toegenomen. Vrijdag liep een politiekonvooi in een hinderlaag, waarna 40 agenten werden onthoofd. Boeren in Kasaï ontdekten onlangs acht massagraven, met daarin de lichamen van 84 rebellen. Hoewel het Congolese leger elke betrokkenheid ontkent, circuleert op internet een video waarop militairen vermeende rebellen – zowel mannen als vrouwen – executeren.