Het Syrische regeringsleger heeft Israëlische gevechtsvliegtuigen beschoten. Volgens de regering van president Bashar al-Assad is één toestel neergehaald en één toestel beschadigd. De Israëlische vliegtuigen vlogen over Syrisch grondgebied en schoten op militaire doelen.
Over de vraag of er vliegtuigen zijn neergehaald bestaat onenigheid. Volgens Israël zijn de Syrische luchtafweerraketten op tijd onderschept door Israëlische raketten. De Israëlische krant Haaretz spreekt van het grootste militaire incident tussen Israël en Syrië sinds de burgeroorlog in 2011 uitbrak.
De regering van Assad maakte bekend dat Israëlische vliegtuigen militaire doelen hadden beschoten in de buurt van Palmyra. Hoewel de Syrische regering altijd met repercussies dreigt, is het voor het eerst sinds deze burgeroorlog begon dat Syrië op een Israëlisch toestel schiet.
Lees verder: Assad noemt Trumps plannen voor Syrië ‘veelbelovend’
Israël schiet op wapenkonvooien
Volgens het Israëlische leger is gebruikgemaakt Arrow-3 raketten, om de raketten van Syrië uit te schakelen. Volgens Israël zijn er geen doden gevallen. Op 22 februari beschoot het Israëlische leger een wapenkonvooi, om te voorkomen dat het arsenaal in handen van Hezbollah zou komen. De Israëlische regering is vastbesloten om alle wapenkonvooien voor Hezbollah te blokkeren.
De Libanese terroristische organisatie Hezbollah hielp Assad tijdens de burgeroorlog. Tussen Israël en Hezbollah woedde in 2006 een maand lang een gewapend conflict. Tijdens de burgeroorlog in Syrië heeft Hezbollah weliswaar een groot aantal verliezen geleden, maar ook kunnen bouwen aan een wapenarsenaal. Dat meldt het Franse dagblad Le Monde. Ook Syrië en Israël zijn formeel nog in oorlog.