De Britse rol in de Europese terreurbestrijding en veiligheid blijft – ondanks Brexit – ‘onvoorwaardelijk’. De Britse premier Theresa May schreef in haar afscheidsbrief dat de Britse medewerking aan de terreurbestrijding door Brexit mogelijk in het geding komt, maar minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson bestrijdt dat.
De woorden van May werden door velen opgevat als een impliciet dreigement.
Deal over handel
De Britten willen namelijk een voor hen zo goed mogelijke deal met de EU – ze willen het liefst deel uit blijven maken van de interne markt en willen daar ook zo snel mogelijk over onderhandelen.
‘Onze samenwerking op het gebied van criminaliteit en terreur zal verzwakken’ wanneer zo’n deal niet wordt gesloten, schreef May eerder deze week in de Brexit-brief naar de EU. Maar in een interview met de Franse krant Le Figaro ontkent Johnson deze worden: ‘Nee, totaal niet,’ was zijn antwoord op de vraag of de Britten zich mogelijk terugtrekken uit de EU-brede antiterreursamenwerking.
Onvoorwaardelijke samenwerking
‘Wat ons betreft is de historische bijdrage van het Verenigde Koninkrijk aan de veiligheid en stabiliteit van Europa onvoorwaardelijk,’ aldus Johnson. Volgens de minister van Buitenlandse Zaken is deze bijdrage namelijk in eenieders belang. ‘We hopen wel dat dit een van de pilaren wordt van ons diepe en speciale partnerschap met de EU’.
Ook de Britse Brexit-minister David Davis ontkende dat de woorden van May als dreigement waren bedoeld. Volgens hem werd er slechts mee bedoeld dat het gebrek aan een deal voor beide partijen schadelijk zou zijn, een uitspraak die eerder deze week ook al werd gedaan door de Europese Brexit-onderhandelaar Michel Barnier.
EU-buitenlandchef Federica Mogherini probeerde de kwestie vrijdag al te sussen. Ze zei dat de invloed van Brexit op de veiligheidssamenwerking minimaal zou uitpakken. De EU en de Britten blijven immers sowieso via de NAVO samenwerken.