Een vluchtelingenkamp in Zuid-Libanon is al enkele dagen in de greep van zware gevechten. Twee Palestijnse groepen strijden om de macht.
In Ein el-Hilweh, een vluchtelingenkamp waar zo’n 80.000 Palestijnse vluchtelingen wonen, zijn bij gevechten zeker tien doden gevallen en vijftig personen gewond geraakt. Pogingen om tot een staakt-het-vuren te komen, zijn mislukt.
Fatah tegen salafisten
De strijdende groepen zijn de Palestijnse politieke beweging Fatah – de partij van de Palestijnse leider Mahmoud Abbas – en de salafistische Badr-groep, die verantwoordelijk zou zijn voor de liquidatie van enkele Fatah-kopstukken. Nu maakt Fatah jacht op leden van de Badr-groep en haar leider, Bilal Badr. De strijdende partijen zetten steeds zwaardere wapens in, waaronder mortiergranaten.
In Libanon wonen zo’n 450.000 Palestijnen, verdeeld over twaalf vluchtelingenkampen. De Palestijnen in Libanon zijn een erfenis van de Arabisch-Israëlische oorlog (1948). Hoewel de kampen op Libanees grondgebied liggen, maken Palestijnse groepen er de dienst uit.
Moeizame verhouding
Bij geweldsuitbarstingen grijpt het Libanese leger zelden in. De verhouding tussen de Libanese autoriteiten en de Palestijnse vluchtelingen is moeizaam, en Libanon wil geen militairen opofferen om een intern Palestijns conflict op te lossen. Onlangs probeerde de Libanese overheid een hek te bouwen rond Ein el-Hilweh, maar staakte de bouw na hevige protesten.
Palestijnen in Libanon mogen niet werken en hebben weinig rechten. Zo mogen ze geen grond en vastgoed bezitten. Vluchtelingen blijven aangewezen op de kampen, waar wetteloosheid heerst. In de kampen zijn diverse gewapende groepen actief die elkaar geregeld bestrijden.
Hoewel Libanon een centrale overheid heeft, is het land verdeeld langs religieuze lijnen. De grootste groepen zijn christenen (40,5 procent), soennitische moslims (27 procent), sjiitische moslims (27 procent) en Druzen (5,6 procent). Sommige sektarische groepen zijn zeer invloedrijk. Zo is de sjiitische terreurbeweging Hezbollah groter en sterker dan het Libanese leger.