De Turkse president Recep Tayyip Erdogan haalt hard uit naar Israël. Erdogan roept op tot eenheid onder moslims om de ‘verjoodsing’ van Jeruzalem tegen te gaan.
De president sprak maandag in Istanbul met Rami Hamdallah, premier van de Palestijnse Autoriteit. De twee bespraken onder meer Turkse steun voor de Palestijnse zaak, ‘Israëlische mensenrechtenschendingen’ en de aanhoudende hongerstaking van Palestijnse gevangenen in Israël.
‘Serieuze gevolgen’
Eerder die dag uitte Erdogan ook al stevige kritiek op Israël. Hij noemde de Israëlische behandeling van de Palestijnen ‘racistisch en discriminerend’, en vergeleek de situatie in het land met de apartheid in Zuid-Afrika. ‘Wij, moslims, moeten Jeruzalem vaker bezoeken. Elke dag dat de bezetting van Jeruzalem voortduurt is een belediging voor ons,’ aldus Erdogan.
Erdogan verwerpt het plan om de Amerikaanse ambassade in Tel Aviv te verplaatsen naar Jeruzalem, een van de campagnebeloftes van de Amerikaanse president Donald Trump. ‘Zelfs het verplaatsen van een steen kan serieuze gevolgen hebben,’ zei Erdogan.
‘Verjoodsing’
Volgens Erdogan probeert Israël Jeruzalem en haar heilige plaatsen te ‘verjoodsen’. Hij verwees naar een wetsvoorstel dat gebedsoproepen op bepaalde uren moet verbieden. Ook zou Israël joodse gebeden op de Tempelberg willen toestaan, waar de Al-Aqsa-moskee staat.
De Israëlische autoriteiten ontkennen de aantijgingen. Emmanuel Nahshon, woordvoerder voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, zegt dat Israël de religieuze vrijheid van zowel joden, moslims als christenen garandeert. Ook richt Nahshon zich specifiek tot Erdogan: ‘Zij die in eigen land systematisch mensenrechten schenden, moeten zich niet moreel superieur wanen.’