De voormalige Panamese dictator Manuel Noriega is op 83-jarige leeftijd overleden. Noriega regeerde het land met ijzeren vuist in de periode 1983-1989.
De oud-dictator zat sinds 1990 vast voor onder meer een reeks executies en drugshandel. Noriega kampte al langere tijd met gezondheidsproblemen. In 2012 overleefde hij een hersenbloeding, waarna hij zijn straf verder moest uitzitten. Dinsdagnacht werd een hersentumor hem fataal.
Communistische guerrilla’s in Latijns-Amerika
De dictatuur van Noriega is kenmerkend voor de situatie in Centraal-Amerika in de jaren zeventig en tachtig. In Nicaragua, El Salvador en Guatemala streden linkse guerrillagroepen tegen de overheid, gesteund door de Sovjet-Unie, Cuba en Oost-Duitsland.
De Verenigde Staten zagen de verspreiding van het communisme met argusogen aan en vreesden dat de strijders pro-Sovjet-regeringen zouden installeren. Daarom steunde Washington een hele serie aan rechtse dictators in Latijns-Amerika.
Panama was van vitaal belang voor de Amerikanen. Het Panamakanaal – dat de Atlantische Oceaan met de Grote Oceaan verbindt – is een zeer belangrijke handelsroute voor het Amerikaanse continent.
Machtsvacuüm
In 1981 kwam de Panamese dictator Omar Torrijos onder verdachte omstandigheden om bij een vliegtuigongeluk. Noriega – toen hoofd van de geheime dienst – vulde het machtsvacuüm dat achterbleef. Twee jaar later benoemde hij zichzelf tot kolonel, waarmee hij de facto leider van Panama werd.
Door zijn positie als baas van de geheime dienst stond hij in nauw contact met de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Panama werd zo een Amerikaans steunpunt in de regio. Ook leverde hij wapens en geld aan de Contras in Nicaragua, een anti-communistische militie. Mede daarom tolereerden de Verenigde Staten de misdaden die Noriega in eigen land pleegde.
Noriega waande zich onaantastbaar, maar overspeelde zijn hand nadat hij steeds meer betrokken raakte bij de internationale drugshandel. Zo zou hij onder andere hebben samengewerkt met de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar. Vanuit Panama werden drugstransporten georganiseerd en werd drugsgeld witgewassen.
War on drugs
Midden jaren tachtig verslechterden de banden tussen Noriega en de Verenigde Staten. Zijn drugshandel ondermijnde de Amerikaanse war on drugs en toenmalig president Ronald Reagan probeerde hem over te halen om af te treden. Noriega weigerde. Onder leiding van president George H.W. Bush vielen de Verenigde Staten Panama in 1989 binnen.
Noriega vluchtte de ambassade van Vaticaanstad in. Na tien dagen gaf hij zich over aan Amerikaanse militairen. In de Verenigde Staten werd hij tot dertig jaar celstraf veroordeeld. Later zat hij nog een korte celstraf uit in Frankrijk, waarna hij werd uitgeleverd aan Panama. Daar zat hij tot het einde van zijn leven een straf uit voor moord en mensenrechtenschendingen.
De oud-dictator neemt veel geheimen mee het graf in zoals de laatste rustplaats van talloze politieke tegenstanders.