De Tsjechische premier Bohuslav Sobotka zou aftreden, maar heeft zijn besluit vrijdag teruggedraaid. Hij wil zijn belangrijkste politieke tegenstander, minister van Financiën Andrej Babis, ontslaan om een einde te maken aan een conflict in zijn centrum-linkse regering.
Laura Postma: Tsjechië en Slowakije opnieuw verliefd op elkaar
Sociaal-democraat Sobotka kondigde dinsdag aan dat hij het ontslag van zijn kabinet en zichzelf zou indienen. Maar hij veranderde van mening nadat president Milos Zeman aangaf dat hij het ontslag zou beschouwen als het opstappen van de premier, niet als het vertrek van het hele kabinet. In dat geval zou rivaal Babis zijn post behouden.
Aftreden
De Tsjechische premier wilde zijn regering ontbinden na aanhoudende berichten over belastingfraude door Babis. Miljardair Babis, leider van de liberaal-populistische coalitiepartner ANO, zou belasting hebben ontweken. Hij wordt wel vergeleken met de Amerikaanse president en vastgoedmagnaat Donald Trump. Beiden vinden dat het regeren van een land hetzelfde is als het managen van een bedrijf.
Het vertrouwen van het volk in de politiek raakt door dit schandaal in het geding. In het aftreden van het hele kabinet zag Sobotka een uitweg uit de politieke crisis, zei hij op televisie. De Tsjechen gaan op 20 en 21 oktober naar de stembus om een nieuw Huis van Afgevaardigden te kiezen.