In Duitsland gaan alle alarmbellen af: de Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft de Duitse regering gevraagd binnenkort een toespraak te mogen houden voor Turkse Duitsers. De vorige keer dat Ankara met dit soort bijeenkomsten op de proppen kwam, leidde het tot grote beroering.
Erdogan komt begin juli naar de G20-top in Hamburg en wil in de marge zijn aanhang in Duitsland op een toespraak ‘trakteren’.
Te druk met de G20
Maar die traktatie valt niet in goede aarde bij de Duitse regering. Minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel, op bezoek in Rusland, vindt het – zacht gezegd – geen goed idee. Gabriel is bang dat de Duitse politie het te druk heeft met de G20-top om ook nog veiligheidsmaatregelen voor Erdogans toespraak te treffen. De minister heeft inmiddels besloten om Erdogans speech te verbieden. Gabriel vindt bovendien dat Erdogans toespraak ‘niet in het politieke landschap past’.
Er zullen immers behoorlijk wat linksradicalen op de been zijn en mogelijk ook neonazi’s. Er wordt rekening gehouden met botsingen tussen beide groepen.
Dan zijn er ook nog zorgen over PKK-aanhangers. Erdogan is eerder deze week al op het hart gedrukt om zijn gewelddadige lijfwachten thuis te laten.
In de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen meldden verhuurders van zalen dat ze door Turkse autoriteiten zijn benaderd. Martin Schulz, partijleider van de SPD (waar ook Gabriel bijhoort), gaat een stap verder en wil een verbod op Erdogans toespraak, schrijft de Duitse krant Bild.
Referendum
Het doet denken aan februari en maart, toen Erdogan zich opmaakte voor zijn ultieme referendum. Die volksraadpleging zou de Turkse president veel meer macht moeten geven (wat uiteindelijk ook gebeurde). Om stemmen te ronselen, wilden de Turken massabijeenkomsten organiseren met aanhangers. Maar daar staken de Duitsers een stokje voor.
Zaaleigenaren lieten Ankara weten dat hun onderkomen niet beschikbaar was. Toen Nederland de Turkse minister van Buitenlandse Zaken en later ook die van Familiezaken weigerde, was het hek van de dam. Het feit dat de twee geen Turkse Nederlanders mochten toespreken, leidde tot de fameuze Turkijerel.