Het parlement van Sint-Maarten heeft premier William Marlin en vijf andere ministers donderdag afgezet. Een meerderheid van de Staten steunde een motie van wantrouwen tegen Marlin.
Zijn positie kwam eerder onder druk te staan, nadat hij lange tijd weigerde om te voldoen aan eisen die Nederland stelde voor een noodfonds na orkaan Irma, die het hele eiland verwoestte. Nu is wederopbouw nodig, en daarbij zijn grote bedragen gemoeid.
Integriteitskamer en Nederlandse marechaussees
Nederland wilde bijdragen aan de wederopbouw van het eiland. Maar voordat Sint-Maarten hiervoor in aanmerking komt moet het aan een aantal eisen voldoen, waaronder de oprichting van een Integriteitskamer. Die moet voorkomen dat het geld bij louche partijen belandt. Ook moet het eiland zijn grenzen laten bewaken door Nederlandse marechaussees en soldaten.
Philip van Tijn: Waarom autonoom Sint-Maarten toch onze hulp verdient
Marlin weigerde aanvankelijk om aan deze eisen te voldoen en verklaarde dat Sint-Maarten ‘gegijzeld’ werd door de Nederlandse regering. Maar nadat zijn coalitiegenoten dreigden om hun steun voor het kabinet in te trekken ging hij toch akkoord. Maar na twee dagen van intensief beraad heeft het parlement alsnog besloten hem af te zetten.
De zogeheten Staten van Sint-Maarten hebben nu besloten om wel akkoord te gaan met de Nederlandse eisen. Daarmee kan gebruik worden gemaakt van het hulpgeld.
Grote schulden bij regering
Sint-Maarten heeft sinds 2010 een autonome regering binnen het Nederlandse koninkrijk. Volgens een ambtenaar van Binnenlandse Zaken is dat ‘een vergissing’ geweest. Het bestuur van Sint-Maarten is volgens bronnen bij Binnenlandse Zaken in handen van acht families, heeft de regering in zeven jaar grote schulden gemaakt en hebben mensensmokkelaars er vrij spel.
De Nederlandse regering is bereid om tot 260 miljoen euro aan noodhulp te bieden, als aan de gestelde eisen wordt voldaan.