De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu heeft zaterdag Amerikanen in de Syrische stad Manbij opnieuw opgeroepen er onmiddellijk weg te gaan. Opent het land de aanval op haar bondgenoot binnen de NAVO?
Om de spanningen te sussen zou de veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Donald Trump, Herbert McMaster, vrijdag de Turkse regering hebben beloofd dat Washington geen wapens meer verstrekt aan de milities van Syrische Koerden (YPG). Het Turkse staatspersbureau Anadolu meldde vrijdag dat McMaster zijn belofte telefonisch deed aan een naaste medewerker van president Erdogan, Ibrahim Kalm. Ankara liet zaterdag weten dat McMaster erkent dat Turkije legitieme zorgen over zijn veiligheid heeft.
Turkije heeft in de zes jaar oude Syrische burgeroorlog met afgrijzen aangezien hoe Koerdische milities YPG (Volksbeschermingseenheden) in het noordoosten van Syrië een cruciale rol zijn gaan spelen in de internationale strijd tegen de soennitische extremisten van Islamitische Staat. De Verenigde Staten ziet die milities daarom als een belangrijke bondgenoot en steunt de YPG. Voor Ankara is gaat het echter om een verlengstuk van de terroristische PKK (Koerdische Arbeiderspartij). Het vreest voor een Koerdische staat langs zijn zuidgrens.
Lees ook de column van Afshin Ellian over de kinderen van Nederlanders die naar Syrië vertrokken:
Jihadkinderen stellen Nederland voor duivels dilemma
Nieuwe knieval voor Turken in het schaakspel om macht
De toezeggingen van de Amerikanen zijn een nieuwe knieval in het schaakspel om macht dat in het verscheurde Syrië is ontstaan. Vorige week woensdag kwam Washington al haastig terug op zijn plannen voor het vormen van een 30.000-koppig leger dat de Turks-Syrische grensregio moest gaan bewaken. Erdogan had woest gereageerd en dreigde ‘dit terreurleger te vernietigen’. Niet lang daarna besloot de Turkse president zelf Syrië binnen te vallen ‘om een veilige zone in te stellen’. Al snel mondde dit uit in een veroveringsslag van zoveel mogelijk Syrisch grondgebied. Erdogan dreigde donderdag voor het eerst Amerikaanse troepen die gestationeerd zijn in de Syrische stad Manbij aan te vallen als die zich niet terug zouden trekken.
De Nederlandse regering weerhield zich van een oordeel over de Turkse acties. Integendeel: minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra ziet ‘zeker grond’ voor Turkije om zich te verdedigen, zo liet hij dinsdag in een verklaring weten.
Vaststaat dat de Turkse militaire operatie ver wordt uitgebreid naar het oosten, helemaal tot aan de grens met Irak. Erdogan krijgt daarbij hulp van 25.000 strijders van het Vrije Syrische Leger die zich hebben aangesloten bij het offensief. Aangenomen wordt dat daarna Manbij aan de beurt is.