Bij de Duitse coalitie-onderhandelingen is het klimaatdoel voor 2020 geschrapt. Na twee dagen overleg tussen Martin Schulz van de SPD en bondskanselier Angela Merkel van de CDU is besloten dat het niet haalbaar is.
De Duitse regering had zich voor 2020 ten doel gesteld de CO2-uitstoot met 40 procent te reduceren ten opzichte van 1990. Dat werd alleen haalbaar geacht als er forse investeringen in de energiesector zouden volgen.
Voor Angela Merkel is dit een nederlaag. Ze heeft er lang aan vastgehouden om het in 2007 vastgestelde klimaatdoel te bereiken, en moet nu bakzeil halen. Hoewel al enige tijd werd gedacht dat vermindering van de CO2-emissie met 40 procent niet realistisch is, zei Merkel tijdens haar campagne dat ze ‘een manier zou vinden’ om de doelstelling toch te halen. Dat is nu van de baan.
Woede milieuactivisten
Het schrappen van de doelstelling leidt tot woede bij milieuactivisten. Een woordvoerder van Greenpeace, Tobias Austrup, noemt het een ‘veeg teken’. Tegen het Britse zakendagblad Financial Times zei Austrup dat de geloofwaardigheid van Duitsland op het spel staat.
Bij de vorige coalitieonderhandelingen, tussen CDU, FDP en Groenen, die in november stukliepen, eisten de Groenen dat de kolencentrales in Duitsland werden gesloten. Het land is sterk afhankelijk van deze centrales. Overigens staat het doel om de CO2-uitstoot met 40 procent te beperken los van het Klimaatakkoord van Parijs.
Schulz: ‘Meer Europese Unie’
Maandag heeft SPD-leider Martin Schulz gezegd dat Duitsland weer de leiding moet nemen in de Europese Unie, en het beleid van Brussel moet uitstippelen. In december liet Schulz weten dat hij voor een Verenigde Staten van Europa is, en dat die er in 2025 zouden moeten zijn.
Het belangrijkste obstakel van Schulz is de conservatieve CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU, die ook meedoet aan de coalitie-onderhandelingen. De CSU beklaagde zich over ‘radicale politici’ binnen de EU, waarmee de partij doelt op de Franse president Emmanuel Macron en Schulz, omdat die zouden zijn voor het ‘mutualiseren van schulden en de Verenigde Staten van Europa’.
Opmerkelijk is dat de CSU vorige week de Hongaarse premier Viktor Orbán, die tegen immigratie is, uitnodigde om een toespraak te komen houden. Hiermee gaf de partij een signaal af aan Martin Schulz, die een ruimer immigratiebeleid voorstaat. Ongetwijfeld lopen de spanningen hierdoor op, vooral tussen de conservatieve CSU en de sociaal-democraten.