Volgens de Turkse premier Binali Yildirim heeft de Turkse luchtmacht een aanval uitgevoerd op de Syrische grensregio Afrin. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan repte vrijdagavond al over een militaire operatie in de streek in Noord-Syrië.
Turkse gevechtsvliegtuigen voerden zaterdag aanvallen uit op Koerdische YPG- en PYD-milities, meldt een regeringsfunctionaris aan persbureau Reuters.
Kort daarna kondigde Erdogan aan dat er een Turks grondoffensief is begonnen tegen Syrisch-Koerdische milities in de streek.
Foto’s van rookwolken op sociale media
Op sociale media verschenen foto’s van een rookwolk boven de regio Afrin. Volgens de YPG zijn er gewonden gevallen bij de aanval, maar hoeveel is niet duidelijk. De Turken zeiden eerder artilleriebeschietingen te hebben uitgevoerd op schuilkelders in Afrin, die worden gebruikt door Koerdische milities.
Lees ook dit artikel over de verstoorde relatie tussen Nederland en Turkije:
Rutte: Excuses van Erdogan niet langer nodig
Op de grens tussen Turkije en Syrië worden al een dag of tien artilleriebeschietingen gemeld.
Rusland protesteert
De situatie rondom Turkije en de YPG is complex. De Turken zien de YPG als extensie van de PKK, een beweging die in Turkije, Europa en Amerika als terreurgroep wordt bestempeld.
Maar de YPG wordt ook gesteund door Amerika, die troepen traint en bewapent. Strijders van de YPG functioneren als grondtroepen in de Amerikaanse strijd tegen terreurbeweging Islamitische Staat.
Erdogan reisde vorige week naar Sotsji om het Syrische conflict te bespreken met de Russische president Vladimir Poetin. Hij sprak toen al over een mogelijk ‘imminente Turkse operatie’ in Afrin. Erdogan heeft de situatie naar eigen zeggen besproken met de Russen, die er volgens hem ‘positief’ tegenover staan.
Opmerkelijk, want Rusland kondigt zaterdag juist aan bij de Verenigde Naties te gaan pleiten voor het stopzetten van de operatie.