Het kabinet ‘spreekt geen oordeel uit’ over de Turkse inval in de Noord-Syrische grensregio Afrin. Minister Halbe Zijlstra (VVD) van Buitenlandse Zaken laat dinsdag weten ‘zeker grond’ te zien voor Turkije om zich te verdedigen, zoals de regering van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan claimt te doen.
Zijlstra wil wel ‘bewijs’ zien dat het gaat om een actie van zelfverdediging.
SP-Kamerlid Sadet Karabulut vindt de weifelachtige houding van Zijlstra hypocriet. Volgens haar moet het feit dat er vooralsnog geen bewijs ligt dat de Koerdische YPG-militie Turkije vanuit Afrin heeft aangevallen, juist een reden zijn om het optreden van Turkije te veroordelen.
Geen bewijs, toch ziet minister Zijlstra grond voor Turkse aanval op Afrin. Waarmee hij weigert een veroordeling uit te spreken. Hypocriet.
— Sadet Karabulut (@SadetKarabulut) January 23, 2018
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Maar volgens Zijlstra zijn er wel degelijk aanslagen op Turkse bodem geweest: volgens Ankara zijn sommige daarvan vanuit Afrin ondernomen.
Zijlstra: YPG bestaat niet uit ‘onschuldige lammeren’
De situatie rondom Turkije en de YPG is complex. De Turken zien de YPG als extensie van de PKK, een beweging die in Turkije, Europa en Amerika als terreurgroep wordt bestempeld.
Meer over Turkije en Nederland
Rutte wil band aanhalen: Excuses van Erdogan niet langer nodig
Maar de YPG wordt ook gesteund door Amerika, die troepen traint en bewapent. Strijders van de YPG functioneren als grondtroepen in de Amerikaanse strijd tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
Maar de YPG bestaat volgens Zijlstra niet louter uit ‘onschuldige lammeren’. Dat is volgens hem ook de reden dat Nederland de YPG in het verleden geen steun heeft verleend.
Kabinet uitte eerder zorgen over Turks offensief
De woorden van Zijlstra zijn frappant. Maandagavond liet het kabinet namelijk weten ‘zeer bezorgd’ te zijn over het militaire offensief van de Turken. In een brief aan de Tweede Kamer schreef Zijlstra dat Nederland Turkije oproept ‘grote terughoudendheid’ te betrachten. Ook zou Nederland in NAVO-verband opheldering vragen over de situatie. De kwestie is maandag ook besproken in de VN-Veiligheidsraad, waarvan Nederland tijdelijk lid is.
‘Syrië is een land met genoeg problemen,’ lichtte Zijlstra toe na overleg met zijn EU-collega’s in Brussel. ‘Hoofddoel van de coalitie is de bestrijding van ISIS, en als Turkije dan weer Koerden gaat bestrijden, zal dat niet helpen. Turkije heeft het recht op zelfverdediging, maar echt zeer terughoudend, en het grootschalige ingrijpen wat nu lijkt plaats te vinden, daar is de Nederlandse regering zeer bezorgd over. Want dit soort zaken moeten we in een bondgenootschap niet hebben.’
Zijlstra riep het land op de operatie zo snel mogelijk af te schalen. Ook EU-buitenlandchef Federica Mogherini liet weten ‘bijzonder ongerust’ te zijn over het Turkse offensief.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan hield maandagmiddag een toespraak in de Turkse hoofdstad Ankara waarin hij benadrukte dat hij niet van plan is zijn troepen terug te trekken uit het Syrische gebied. Ook zei hij dat hij bij de actie de volledige steun van Rusland geniet. Opmerkelijk, want Rusland kondigde zaterdag juist aan bij de Verenigde Naties te gaan pleiten voor het stopzetten van de operatie.