De Hongaarse premier Viktor Orbán waarschuwt voor politici uit Berlijn, Parijs en Brussel. In een jaarlijkse toespraak provoceert de Hongaarse premier zijn collega’s van de Europese Unie met harde woorden. ‘Absurd genoeg komt het gevaar nu uit het Westen,’ zegt Orbán met grote instemming van zijn partijgenoten.
Dat zegt Orbán in een jaarlijkse toespraak waarin hij reflecteert op de staat van het land. Volgens de Hongaarse premier komt het gevaar van ‘politici uit Brussel, Parijs en Berlijn’. Een gerichte provocatie aan het adres van de Europese Commissie, Emmanuel Macron en Angela Merkel. Volgens Orbán is West-Europa verantwoordelijk voor het ‘verdwijnen van de christelijke cultuur en de islamitische expansie’.
Orbán: ‘Christendom is laatste hoop’
Orbán roept op tot een wereldwijd verbond tegen migratie. ‘Het christendom is onze laatste hoop,’ zegt Orbán, die de hyperbolen niet schuwt. ‘Onze ergste nachtmerries kunnen waarheid worden. Het Westen kan vallen als het niet ziet dat Europa onder de voet wordt gelopen.’
De Hongaarse premier waarschuwt vooral West-Europa, dat volgens hem de verkeerde kant uitgaat. In tegenstelling tot Oost-Europa is het ‘een immigrantenzone, met een gemengde bevolking dat een andere richting in slaat dan de onze’.
Orbán vergelijkt migratie met griep
Orbán weigerde eerder bij te dragen aan migratiequota van de Europese Unie, omdat Hongarije naar eigen zeggen geen ‘migratieland’ is. Dat leidde tot frustratie van lidstaten die zich wel aan de quota hielden. Premier Mark Rutte (VVD) noemde de houding van Orbán ‘schaamteloos’. In zijn toespraak voegt hij daar nog ziektebeelden aan toe: ‘Immigratie draagt niet meer bij aan de ontwikkeling van een land dan griep aan de gezondheid van het menselijk lichaam.’
De speech is gehouden in de aanloop naar de verkiezingen voor het Hongaarse parlement. Die hebben plaats op 8 april. Orbán profileert zich binnen de Europese Unie als de belangrijkste tegenstander van migratie. Eerder liet hij al een hek bouwen langs de Hongaarse zuidgrens. Daarnaast pleit hij voor een ‘illiberale democratie’ en spant hij zich in om de Centraal Europese Universiteit in Boedapest te sluiten.