De advocaat van terreurverdachte Salah Abdeslam, die verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanslagen in Parijs in november 2015, heeft vrijspraak gevraagd voor zijn aandeel in een schietpartij in Brussel waarbij drie agenten gewond raakten. De ‘terroristische context’ van de schietpartij wordt betwist.
Bovendien zou het strafonderzoek volgens Abdeslams advocaat Sven Mary onrechtmatig zijn: de beslissing om een onderzoeksrechter gespecialiseerd in terrorisme aan te stellen was in het Frans opgesteld. De wet schrijft volgens Mary voor dat dat in dit geval in het Nederlands had moeten gebeuren. Het onderzoek zou daarom nietig zijn.
Huiszoeking resulteerde in vuurgevecht
Op 15 maart 2016 probeerde de politie een huiszoeking te doen in Brussel, in een poging de daders van de terreuraanslagen in Parijs op te sporen. Dat draaide uit op een vuurgevecht tussen de politie en drie terroristen, onder wie Abdeslam en zijn handlanger Sofien Ayari. De andere terrorist – Mohamed Belkaïd – werd doodgeschoten door de politie.
Lees meer over de nasleep van de aanslagen in Parijs. Hoe terrorist Salah Abdeslam ontsnapte
Laura Séverin, de advocaat van Ayari, vroeg de rechtbank haar cliënt vrij te spreken voor ‘poging tot moord in een terroristische context’. Ook Mary – de advocaat van Abdeslam – wil af van het label terreur: hij vroeg de rechtbank ‘meneer Abdeslam te beoordelen alsof hij meneer Dupont heet’. Volgens hem was de intentie van de terroristen slechts om te ontsnappen, en niet om angst te zaaien onder de bevolking: ‘Als de schietpartij de Belgische staatsveiligheid niet in groot gevaar heeft gebracht, kan het niet als terrorisme worden gezien,’ aldus Mary. Het principe onschuldig tot het tegendeel is bewezen geldt ‘zelfs voor Abdeslam’, vindt de advocaat. Hij riep de rechters op naar ‘wetenschappelijke bewijzen’ te kijken, en niet naar ‘hypotheses in de media’.
Abdeslam erkent rechtbank niet, alleen Allah
Abdeslam zelf was om onduidelijke redenen afwezig in de rechtbank. Het Openbaar Ministerie eiste maandag op de eerste zittingsdag een celstraf van 20 jaar tegen hem. Hij beroept zich al sinds zijn arrestatie op het zwijgrecht, maar gaf wel aan de rechtbank niet te erkennen. ‘Mijn zwijgen betekent niet dat ik een crimineel ben,’ zei hij, ‘het is mijn verdediging. Ik vertrouw op mijn Heerser (Allah, red.).’
Ook vindt Abdeslam dat hij onrechtvaardig wordt behandeld: ‘Wat ik bemerk, is dat moslims op de slechtste manier worden behandeld en beoordeeld. Er wordt niet uitgegaan van mijn onschuld.’
Abdeslam staat terecht voor een schietpartij in Brussel op 15 maart 2016, die voorafging aan zijn arrestatie enkele dagen later. Daarbij raakten drie agenten gewond. Drie dagen later werd Abdeslam gearresteerd in Molenbeek. Abdeslam wordt in dit proces verdacht van poging tot moord op politieagenten en illegaal wapenbezit.
Hem wacht in Parijs een tweede proces, omdat hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, waarbij een groep terroristen het vuur opende op onder meer bezoekers van theater Bataclan. Bij de zes aanslagen op verschillende plaatsen in de Franse hoofdstad vielen 130 doden en honderden gewonden.
De verdachte heeft uiterlijk een metamorfose ondergaan: terwijl hij eerst kortgeknipt haar had en gladgeschoren was, is zijn haar nu lang en draagt hij een baard. Zijn advocaat benadrukt dat er geen foto’s van Abdeslam mogen worden gemaakt: hij wil niet worden afgebeeld.