Grote Nederlandse scheepsbouwers gebruiken Noord-Koreaanse slaven voor de bouw van hun schepen. De Noord-Koreanen werken op Poolse scheepswerven en komen amper in contact met de buitenwereld, terwijl hun familie in eigen land wordt gegijzeld.
Dat zegt Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies in Leiden vandaag tegen BNR Nieuwsradio. De arbeiders kunnen niet weg en kunnen geen nee zeggen tegen het werk, blijkt uit zijn onderzoek naar Noord-Koreaanse dwangarbeid. Het weinige geld dat de arbeiders verdienen, belandt grotendeels bij tussenpersonen. ‘Dat wat overblijft, wordt echt in een koffer met dollars naar Pyongyang (de hoofdstad van Noord-Korea, red.) gebracht door diplomaten.’
Lees ook het verhaal dat Liesbeth Wytzes schreef over over het geheime leven van Kim Jong-Un, ‘de Geweldige Leider’ van Noord-Korea
De dwangarbeiders leven in erbarmelijke omstandigheden, meent Breuker. ‘Ze wonen vaak met heel veel mensen in een kleine ruimte, hen wordt niet toegestaan om met de lokale bevolking te praten en ze krijgen amper toegang tot media.’ Het zou gaan om ongeveer vierhonderd Noord-Koreanen, van wie een deel als lasser meewerkt aan de bouw van Nederlandse schepen.
Baggermaatschappij Boskalis, die tussen 2009 en 2014 diverse schepen liet bouwen in Polen, is een van de Nederlandse scheepsbouwers die in het onderzoek van Breuker worden genoemd. Maar CEO Peter Berdowski zegt tegen BNR niets te weten over betrokkenheid van dwangarbeiders uit Noord-Korea.
‘Slavenarbeid in buitenland is verdienmodel Noord-Korea’
VVD-Kamerlid Han ten Broeke legt uit dat al eerder het vermoeden bestond dat er Noord-Koreanen werkten op scheepswerven in Polen. Hij noemt het een verdienmodel van de regering van Noord-Korea, die inwoners naar het buitenland stuurt en ze onder slechte omstandigheden laat werken. Hun familie in Noord-Korea wordt gegijzeld.
Ten Broeke laat weten dat hij het rapport verder gaat bestuderen. Hij wil dat Eurojust, een samenwerkingsverband voor gerechtelijke autoriteiten van EU-landen, de kwestie onder de loep neemt. Daarnaast moet worden onderzocht of de Nederlandse bedrijven die in het onderzoek worden genoemd, daadwerkelijk zijn betrokken bij dwangarbeid, vindt hij. ‘Als het klopt, moeten ze ermee ophouden. Anders moeten wij zorgen dat ze ermee ophouden.’