Het samenspannen van de Visegrad-landen Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije tegen Brussel is de Europese Commissie een doorn in het oog. Achter de schermen zou de Commissie werken aan een verdeel-en-heersstrategie om de Centraal-Europese kliek op te breken.
De Europese Commissie wil Polen en Hongarije hard aanpakken, maar wil Tsjechië en Slowakije tegelijkertijd de grote subsidiestroom vanuit Brussel onthouden. Diplomaten uit Bratislava en Praag melden dat aan Politico.
De Visegrad-landen voelen zich voornamelijk verbonden door een gedeelde afkeer van het migratiebeleid van de Europese Unie en schreven eerder een gezamenlijke verklaring, waarin werd opgeroepen tot minder bemoeienis vanuit Brussel. De landen weigeren consequent om gedwongen migranten op te nemen onder een door Brussel opgelegd quotasysteem.
Oneens over manier om Brusselse invloed in te perken
Tijdens een bijeenkomst van de Visegrad-landen in Bratislava eerder deze week werd duidelijk dat de vier landen het niet eens zijn over de manier om de Brusselse invloed te verminderen. Volgens de Poolse minister van Buitenlandse Zaken Jacek Czaputowicz moeten voorstellen voor verdere EU-integratie worden afgewezen. Daarmee wordt de ‘wil van de elite’ aan het volk opgedrongen, aldus de minister.
Lees ook het portret van Viktor Orbán: Beschermengel van het christendom
De kleinere landen Slowakije en Tsjechië zijn op hun beurt echter bang om het zonder al te veel steun op te nemen tegen Brussel, uit angst dat landen als Frankrijk en Duitsland nog meer aan invloed zullen krijgen binnen de Europese Unie. De Slowaakse staatssecretaris voor Europese Zaken Ivan Korcok zei daarover: ‘Het zou een slechte zaak zijn als we een proces in gang zetten waarbij Europa van een gemeenschapsgestuurde institutie naar een intergouvernementele institutie gaat.’
Landen in sterke mate afhankelijk van EU-fondsen
De landen, en dan voornamelijk Slowakije en Tsjechië, zijn bovendien in grote mate afhankelijk van EU-fondsen. In Slowakije komt zo’n 55 procent van de publieke investeringen uit EU-subsidie, voor Tsjechië is dat 43 procent. Bovendien is Slowakije het enige Visegrad-land dat in de eurozone zit.
De Europese Unie presenteerde onlangs tijdens de onthulling van de nieuwe langetermijnbegroting van de EU een nieuwe regel om het ‘democratische proces’ binnen lidstaten te bevorderen: onderdeel daarvan is het plan om EU-fondsen in te trekken voor landen waar de rechtsstaat onder druk staat. Hoewel Polen en Hongarije daarin niet expliciet worden genoemd, is het duidelijk dat die twee landen zich aangesproken moeten voelen. Vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans begon eerder een Artikel 7-procedure tegen Polen, waar een aantal gerechtelijke hervormingen Brussel zorgen baart.
Eerder in Elsevier Weekblad
Robbert de Witt: ‘Timmermans’ straf voor Polen is paternalistisch’
Deze strafmaatregel kan uiteindelijk leiden tot het verlies van stemrecht in de Europese Raad, het besluitvormende orgaan van de Europese Unie. Een commissie van het Europees Parlement adviseerde een soortgelijke stap tegen Hongarije. De procedures lijken echter al op voorhand kansloos. Voor een dergelijke maatregel is unanimiteit van de lidstaten nodig en de Hongaarse premier Viktor Órban gaf aan zijn Poolse collega Jaroslaw Kaczynski te steunen en omgekeerd kan hij hetzelfde verwachten.
Centraal- en Oost-Europese lidstaten vreesden eerder al dat Europese fondsen zouden worden ingezet als politiek pressiemiddel. Vooral de landen die na 2004 bij de Europese Unie zijn gekomen, kunnen worden gepaaid met geld uit de EU-kas. Andersom kan het geld ook als drukmiddel worden gebruikt: als jullie niet hervormen, krijgen jullie geen cent, is dan de boodschap.