Nieuwe confrontatie Brussel en Hongarije dreigt over ‘stop Soros’-wet

De Europese Commissie gaat donderdag waarschijnlijk een klacht indien tegen de omstreden ‘stop Soros’-wet van de Hongaarse premier Viktor Orbán. Brussel vindt dat de wet, die onder meer het helpen van immigranten strafbaar stelt, indruist tegen de waarden van de Europese Unie (EU). Maar Hongarije is vastberaden om de wet te behouden: ‘We zijn eraan gewend geraakt dat wij, en niet Brussel, de veiligheid en belangen van de Europese bevolking beschermen.’

Een nieuwe juridische strijd tussen de EU tegen Hongarije staat op het punt los te barsten, schrijft de Britse zakenkrant Financial Times. De krant heeft diplomaten in Brussel gesproken die zeggen dat de Europese Commissie donderdag met een officiële beschuldiging komt aan het adres van Orbán, wiens wetgeving in strijd zou zijn met asielwetten en de ‘fundamentele waarden’ van de EU.

De ‘stop Soros’-wet, vernoemd naar de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros vanwege zijn steun aan non-gouvernementele organisaties, verbiedt Hongaarse burgers om in een gebied van 8 kilometer langs de buitengrens van de EU te komen om immigranten bij te staan. Orbán beschuldigt Soros er consequent van dat hij de oorspronkelijke bevolking van Hongarije wil vervangen door islamitische migranten. Het bestrijden van Soros was dan ook een speerpunt van Orbáns verkiezingscampagne, en de wet werd vorige maand aangenomen.

Szijjarto: niet Brussel, maar Hongarije beschermt Europese burgers

Brussel meent ook dat Hongarije migranten te lang vasthoudt in zogenoemde transitiecentra en hen de toegang tot asielprocedures ontzegt. Maar minister van Buitenlandse Zaken Peter Szijjarto, net als Orbán lid van de nationalistische regeringspartij Fidesz, heeft daar geen boodschap aan. De Hongaarse overheid is ‘klaar voor de juridische strijd, en zal de stop Soros-wet beschermen, en daarmee ook de veiligheid van het Hongaarse volk,’ aldus Szjjarto woensdag.

Lees ook: het commentaar van Syp Wynia: Overwinning van Orbán is leerzaam én verontrustend voor Europa

Volgens de minister is Hongarije er inmiddels aan gewend dat ‘niet Brussel, maar Hongarije de belangen de veiligheid van de Europese burgers beschermt, en dat is ook nu het geval’. Szjjarto meent dat ‘het immigratiebeleid van Brussel Europa in gevaar heeft gebracht’, en dat een van de consequenties daarvan is dat ‘de afgelopen drieënhalf jaar 29 terroristische aanslagen in Europa zijn gepleegd door mensen met een immigratieachtergrond’. De Europese Commissie wilde daar niet op reageren, meldt Financial Times.

Commissie geleid door Sargentini wil Artikel 7-procedure tegen Orbán

De krant schrijft dat de Europese Commissie mogelijk naar het Europees Hof van Justitie stapt als die ontevreden is met de reactie van de regering in de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Vorige maand stemde een meerderheid van de commissie Burgerlijke Vrijheden (LIBE) van het Europees Parlement voor een Artikel 7-procedure tegen de regering-Orbán. GroenLinks-europarlementariër Judith Sargentini – die de commissie leidt – stelt dat er sprake is van een systematische bedreiging van de democratie, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden in Hongarije.

In september moet het voltallige Europees Parlement er nog over stemmen. Daar is twee derde van de stemmen nodig om de lidstaten te kunnen oproepen de procedure te beginnen. Daarna zijn de lidstaten van de EU aan zet. Als de Artikel 7-procedure wordt aangenomen, kan Brussel het stemrecht van een lidstaat afpakken als alle lidstaten daarmee instemmen. De kans daarop is nihil.

Hongarije zal Polen steunen, Polen zal Hongarije steunen

Naar verwachting zal Polen, die zelf ook worstelt met een Artikel 7-procedure van vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans, Hongarije de hand boven het hoofd houden. Hongarije gaf eerder ook aan een veto uit te spreken tegen een dergelijke procedure tegen Polen, en naar verwachting zal Polen hetzelfde doen bij een stemming over Hongarije.

Een veelgehoorde klacht uit Brussel aan het adres van Orbán luidt dat hij zich schuldig maakt aan antisemitisme, omdat zijn aartsvijand Soros van Joodse komaf is. ‘We hebben een tegenstander die anders is dan wij,’ zei de Hongaarse premier over Soros. ‘Hij werkt niet met open vizier, maar in het geniep. Hij is niet eerlijk, maar bedriegt, hij is niet nationaal, maar een kosmopoliet. Hij gelooft niet in werken, maar speculeert met geld. Hij heeft geen vaderland, omdat hij denkt dat de hele wereld van hem is.’

Orbán bezoekt Israël, verwerpt aantijgingen van antisemitisme

Maar Orbán en Szjjarto, die woensdag aankwamen op het vliegveld in Tel Aviv voor een tweedaags staatsbezoek aan Israël, werpen die aantijgingen verre van zich. Beiden wijzen erop dat Hongarije een van de weinige landen in de EU is die consequent de kant kiezen van Israël, bijvoorbeeld door het tegenhouden van een EU-resolutie die de verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar de Israëlische hoofdstad Jeruzalem veroordeelt. Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken bedankte Orbán daarvoor, en noemde Hongarije en de andere Visegrad-landen (Polen, Slowakije en Tsjechië) belangrijke partners in de strijd tegen antisemitisme.

Orbán, die in tegenstelling tot veel andere buitenlandse politici geen bezoek brengen aan de Palestijnse Autoriteit, ontmoet in Israël onder anderen premier Benjamin Netanyahu, president Reuven Rivlin en opperrabbijn David Lau. Ook brengt de Hongaarse premier een bezoek aan het Holocaustcentrum Yad Vashem en de Westelijke Muur, beter bekend als de Klaagmuur, in Jeruzalem.

‘Antisemitisme stijgt in West-Europa, neemt juist af in Oost-Europa’

Donderdagochtend, tijdens een persconferentie met Netanyahu, benadrukte Orbán nogmaals dat in zijn land geen ruimte is voor Jodenhaat: ‘We zijn trots dat zij die zichzelf als Joods beschouwen en een Joodse leefstijl hebben, zich in Hongarije veilig kunnen voelen.’ Orbán zei dat antisemitisme in West-Europa steeds vaker voorkomt, terwijl dat in Oost-Europa juist afneemt, zei hij volgens The Jerusalem Post. Ten slotte had de Hongaarse premier warme woorden voor zijn Israëlische collega, die hij net als zichzelf beschouwt als een ‘patriottische leider’.