Schadevergoeding voor moslima die hand weigerde bij sollicitatie

Weigering handdruk. Foto: iStock.

Een opmerkelijke uitspraak door de arbeidsrechtbank in Zweden. Een moslima die bij een sollicitatie weigerde de hand te schudden van haar mannelijke gesprekspartner en daarom werd weggestuurd, is op basis van het Europese mensenrechtenverdrag in het gelijk gesteld. De werkgever moet haar duizenden euro’s schadevergoeding betalen.

De 24-jarige Farah Alhajeh solliciteerde afgelopen jaar bij een vertaalbureau in de Zweedse stad Uppsala en wilde daar niet de hand schudden van de man met wie ze het sollicitatiegesprek zou voeren. Sommige orthodoxe moslims schudden – net als sommige orthodoxe joden – om geloofsredenen geen volwassen vrouwen de hand als die geen bloedverwanten zijn. In plaats daarvan is het voor hen gebruikelijk om als begroeting de hand op het hart te leggen.

Bedrijf stuurt sollicitante weg, vrouw naar discriminatieombudsman

Lees deze column van Nikki Sterkenburg terug: Cultuurrelativisten, hand weigeren getuigt niet van respect

Toen de moslima dat deed, brak haar potentiële nieuwe werkgever het gesprek direct af en stuurde haar weg. Ze schakelde daarop de Zweedse discriminatieombudsman (DO) in, die het vertaalbureau voor de arbeidsrechtbank sleepte. Die eiste dat het bedrijf 80.000 kronen (zo’n 8.000 euro) schadevergoeding aan de vrouw zou betalen.

Volgens het vertaalbedrijf is het personeel verplicht om mannen en vrouwen gelijk te behandelen en kon het daarom niet toestaan dat een vrouw zou weigeren een hand te geven op basis van geslacht. Alleen autisme en smetvrees zouden daarvoor gegronde redenen zijn, aldus het bedrijf.

EVRM bepaalt dat vrouw hand mag weigeren om geloofsredenen

De arbeidsrechtbank stelde dat het vertaalbureau weliswaar in zijn recht stond door gelijke behandeling voor beide seksen te eisen, maar dat dit ook op andere manieren dan alleen via een handdruk mogelijk was. Volgens de rechtbank is het recht van de vrouw om een handdruk op religieuze gronden te weigeren, verankerd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ook meenden de rechters dat Alhajeh’s houding ‘effectieve communicatie’ als vertaler niet in de weg staat.

Lees deze column van Afshin Ellian over een hoofddoek-besluit van het EVRM: Opheffen, dat College voor de Rechten van de Mens

Uiteindelijk oordeelden de vijf rechters dat het vertaalbureau de vrouw heeft gediscrimineerd en daarom moet het haar 40.000 Zweedse kronen (een kleine 4.000 euro) aan schadevergoeding betalen. De rechters waren niet unaniem in hun oordeel: drie van hen gaven de sollicitante gelijk, twee kozen de kant van het bedrijf.

Sollicitante tevreden, ‘geld maakt me niets uit’

‘Ik ben erg tevreden,’ zegt Alhajeh tegen de Zweedse televisiezender STV over het oordeel van de rechtbank. Over de afgebroken sollicitatie zegt ze: ‘Zodra ik bij de lift kwam, moest ik huilen. Zoiets was me nooit eerder overkomen. Het voelde helemaal niet goed.’ Naar eigen zeggen was een eventuele schadevergoeding voor Alhajeh niet de drijfveer. ‘Dat maakt me niets uit. Voor mij was het belangrijkste dat ik het juiste deed.’

De afgelopen jaren is in Europa vaker ophef ontstaan over mensen die niet de hand wilden schudden van een persoon van de andere sekse. Daarbij komt het soms tot een rechtszaak, die de ‘handenweigeraar’ meestal verliest. In april dit jaar werd bijvoorbeeld na hoger beroep een vrouw van Algerijnse afkomst het Franse staatsburgerschap ontzegd omdat ze een ambtenaar geen hand wilde geven. Ook in onder meer Zwitserland leidden zulke kwesties tot publieke ophef.

Orthodox-joodse man die vrouwen hand weigert onder vuur

In april dit jaar trok een orthodox-joodse man zich terug als kandidaat voor de gemeenteraad in de Belgische stad Antwerpen, nadat ophef was ontstaan omdat ook hij uit religieuze overwegingen weigerde om vrouwen de hand te schudden. En sinds imam Ahmad Salam uit Tilburg in 2004 weigerde toenmalig minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk (VVD) de hand te schudden, vlamt de discussie ook in Nederland geregeld op.

De bekendste Nederlandse rechtszaak over handdrukken is aangespannen door de orthodoxe moslim Mohammed Enait, die in 2006 bij de gemeente Rotterdam solliciteerde als klantmanager. Hij werd afgewezen voor de baan omdat hij vrouwen niet de hand wilde schudden en stapte daarop naar de Commissie gelijke behandeling, die hem gelijk gaf. Maar het gerechtshof in Den Haag floot de commissie later terug en oordeelde dat Enait terecht was geweigerd.

Meer over Zweden: Premier Löfven geschokt over autobranden: ‘Hoe kan dit?’