Generaal Ivan Krasilnikov was erbij toen het Rode Leger in 1945 Berlijn veroverde. Begin dit jaar overleed hij, 98 jaar oud. Hans Crooijmans, getrouwd met zijn kleindochter, vertelt zijn levensverhaal.
Ivan (‘Wanja’) Nikolaevitsj Krasilnikov (22 juni 1922 – 7 februari 2021) was generaal in het Rode Leger en onder meer commandant van het Sovjet-leger in de DDR en Oekraïne. Hij was gehuwd met Jevdokia Bojko.
Negen lange dagen en nachten vocht opa Wanja voor zijn leven, zoals hij dat ooit bij de belegering van Berlijn had gedaan. Op 22 juni 2022 had hij honderd zullen worden. Dat wilde opa per se meemaken. Maar eten kon hij niet meer, drinken slechts mondjesmaat. Zijn habitat was zijn slaapkamer. Opa Wanja voelde de kracht van zijn vermagerde lichaam tanen. Af en toe verloor hij het bewustzijn, om plotseling weer bij te komen. Dan schokte, schreeuwde en ijlde hij. Om vervolgens opnieuw in een delier te raken. Op 7 februari 2021, half zes in de ochtend, capituleerde dan toch de generaal wiens leven parallel liep met de gebeurtenissen die de roerige geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland bepaalden.
Ivan was het vijfde kind van zeven
In het jaar dat Ivan (‘Wanja’) Nikolaevitsj Krasilnikov werd geboren, smeulde de Russische Revolutie nog na. De communisten hadden hun macht pas net definitief gevestigd. In Moskou werd Lenin ziek en smeedde Stalin zijn plannen voor een machtsovername. Burgeroorlog, terreur en een desastreus uitpakkende collectivisatie van de landbouw brachten armoe, chaos en hongersnood. Ook in het dorpje bij de stad Voronezj, zo’n 500 kilometer van Moskou, waar vader Nikolaj Krasilnikov de kost probeerde te verdienen als schoenmaker.
Ivan was het vijfde kind van zeven. Aan zijn zus en drie oudere broers bewaart hij weinig of geen herinneringen. Alle vier stierven ze de hongerdood, nog voor Ivans zevende levensjaar.
Met hem had het net zo slecht kunnen aflopen. Vlak voor de geboorte van Ivan was het gezin Krasilnikov naar Novosibirsk getrokken, duizenden kilometers oostwaarts. Als vele tienduizenden Russen beantwoordde vader Nikolaj de lokroep van de communistische machthebbers. In het grondstofrijke, maar barre Siberië waren arbeidskrachten nodig om de basis te leggen voor ’s lands industrialisatie en militaire opbouw.
Veel voorspoed bracht de verhuizing niet. Vader Nikolaj, een orthodoxe christen, had weinig fiducie in de utopie van een communistische heilstaat en liet dat zijn kennissenkring ook weten. Hij werd verklikt en opgepakt door de geheime politie. Nikolaj draaide de gevangenis in. Dat hij na drie maanden werd vrijgelaten kwam doordat ze zich geen raad wisten met zijn epileptische aanvallen. In de tussenliggende maanden was kleine Ivan samen met zijn moeder bedelend over straat gegaan.
Was zijn jeugd dan diep ongelukkig? Nee, schrijft Ivan in zijn memoires, die werden gepubliceerd toen hij dik 85 jaar oud was. Hij mocht naar school, leerde lezen en schrijven. Terwijl ze met hun sociale experiment armoede en ellende veroorzaakten en terreur zaaiden, bleven de communisten van hun andere ideaal – de verheffing van de gewone burgers – volop werk maken. Tot in de verre uithoeken van het land werd analfabetisme zo goed als uitgeroeid. Het volk mocht met literatuur en theater kennismaken. Mits politiek correct en dus niet antisocialistisch, uiteraard.
De Krasilnikovs ontliepen de hongersnood en golf van terreur
Opa Wanja hield van literatuur. In zijn vroege jeugd legde hij de basis voor zijn privébibliotheek, die uiteindelijk duizenden Russische en internationale literaire werken zou beslaan. Uit zijn memoires: ‘Op een dag kreeg ik van moeder haar laatste paar kopeken om voor het gezin brood te halen. Onderweg zag ik iemand die een boek van Poesjkin te koop aanbood. Ik kon de verleiding niet weerstaan. Ik was daarna doodsbang om thuis te vertellen wat ik had gedaan. Maar mijn vader begreep me. Hij nam me niets kwalijk.’
Lees ook deze blog van Robbert de Witt: De enige juiste versie van de Russische geschiedenis is Poetins versie
Het akkefietje met politie en justitie in Novosibirsk deed het gezin begin jaren dertig terugkeren naar Voronezj. Breed hadden ze het daar niet, maar de Krasilnikovs ontliepen in elk geval de opeenvolgende jaren van hongersnood en de golf van politieke terreur die miljoenen Sovjetburgers in de jaren dertig het leven kostten.
Honderdduizenden soldaten en burgers sneuvelden in de eerste maanden
Op zijn zestiende ging Ivan naar een technische landbouwschool om – net als Michail Gorbatsjov later – te worden opgeleid tot bestuurder van trekkers en combines. Terwijl Ivan leerde hoe je machines moet gebruiken om tarwe te zaaien en gerst te oogsten, werd in Moskou en Berlijn een kiem gelegd voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. In een geheim pact besloten Duitsland en de Sovjet-Unie Polen te verdelen. Nadat het Duitse leger op 1 september 1939 de Poolse grens overstak, verklaarden de Britten en Fransen Hitler de oorlog.
Historici twisten over de vraag of Stalin het pact met nazi-Duitsland sloot om tijd te krijgen om zijn oorlogsindustrie op te bouwen, of dat hij echt geloofde dat Hitler de Sovjet-Unie met rust zou laten. Hoe dan ook, toen juni Duitsland op 22 juni 1941 – Ivan Krasilnikovs negentiende verjaardag – de Sovjet-Unie aanviel, had Stalin de defensie nog niet op orde.
Operatie Barbarossa, zoals de aanval op de Sovjet-Unie werd gedoopt, verliep aanvankelijk voorspoedig. De Duitsers overrompelden het zwak geleide, matig getrainde en nog met verouderd materieel bewapende Rode Leger.
Lees ook deze reisblog van Teun Toonen: Stalin een dictator? Voor Georgiërs was hij vooral een Georgiër
In de eerste maanden van de strijd sneuvelden honderdduizenden Russische soldaten en burgers, mede door Stalins oekaze om elke stad en elk dorp tot de laatste man te verdedigen. Ook daarna eisten de zware beschietingen, bombardementen, maandenlange belegeringen, grootscheepse plunderingen en massa-executies een gigantische tol. Volgens de meest betrouwbare schattingen kostte de Tweede Wereldoorlog de Sovjet-Unie tussen de 24 en 26 miljoen levens.
Krasilnikov moest plots zijn schoolopleiding afbreken
Ivan Krasilnikov overleeft. Oktober 1941 moest hij plots zijn schoolopleiding afbreken. Net als miljoenen andere jonge Russische mannen tussen de 18 en 30 jaar wordt hij gemobiliseerd en voor militaire training naar Kiev gestuurd. Amper een maand later wordt zijn regiment geëvacueerd en naar het dieper in het land gelegen Saratov verplaatst. Reden: het Duitse leger staat klaar om de hoofdstad van de Oekraïense Sovjetrepubliek in te nemen.
In Saratov voelt Ivan, als een ware patriot, de drang en plicht om te vechten in plaats van te oefenen. De leiding geeft geen toestemming. Dus vertrekt Ivan op eigen houtje naar het front en sluit hij zich bij de gevechtstroepen aan. ‘Omgekeerde desertie,’ noemt opa Wanja zijn ongehoorzaamheid later. ‘Sommige officieren wilden me straffen. Mijn commandant zag het gelukkig anders: ik werd bevorderd tot luitenant.’
De snelle opmars van het Duitse leger loopt in de strenge Russische winter van 1941/’42 vast. Wat volgt zijn twee jaren waarin de Sovjet-Unie vrijwel het volle gewicht van Hitlers oorlogsmachine moet weerstaan. De Duitse bezettingsmacht die Noord- en West-Europa in 1940 via een Blitzkrieg verovert, kan daar volstaan met relatief bescheiden hoeveelheden mankracht en wapens. Het Oostfront daarentegen vergt ruim 60 procent van alle Duitse legerdivisies en zo’n 70 procent van alle tanks en artillerie. De onverzettelijkheid van het Rode leger, de enorme tankveldslagen, de maandenlange belegeringen van Stalingrad, Moskou en Leningrad – het Duitse leger heeft het er zwaar mee. De manschappen en het materieel die Hitler in zijn strijd met de Sovjet-Unie moet inzetten, mist hij na D-Day.
Krasilnikov vecht mee bij enkele veldslagen rond Stalingrad
Ivan Krasilnikov wordt, na zijn verboden uitstapje naar het front in 1942, opgeleid als ‘tankist’. Eerst als artillerist, later in een tank, vecht hij mee bij enkele veldslagen rond Stalingrad. ‘Ik heb geluk gehad,’ schrijft hij in zijn memoires. ‘Bij een van de zwaarste gevechten werden 58 van de 68 tanks van onze brigade in brand geschoten.’
Voorjaar 1945 zit opnieuw een engeltje op de schouders van de man die kort tevoren is getrouwd met Jevdokia Bojko. Ze is een jonge Oekraïense wier eerste echtgenoot in de eerste maand van de oorlog was gesneuveld. Bijna wordt Jevdokia voor de tweede keer weduwe. Onderweg naar Berlijn, vlak na het oversteken van de Oder, raakt Duitse artillerie Ivans T34-tank vol in de flank. De bestuurder, de schutter en de navigator sterven ter plekke. Ivan Krasilnikov raakt bewusteloos, maar overleeft als enige, met slechts brandwonden aan gezicht en schouders.
Voort gaat de strijd, ook voor de snel herstelde Krasilnikov. Eind april, tijdens hevige gevechten in de straten van Berlijn, doodt een Duitse sluipschutter een militair die pal naast hem staat. ‘Nikitin heette hij. Hij was net bij ons aangekomen. Nog geen uur was hij aan het vechten toen hij dodelijk werd geraakt. Tragisch.’
Met de inname van Berlijn en de Duitse capitulatie is de oorlog voorbij, maar dan zit voor Ivan Krasilnikov de militaire dienst er nog niet op. Het Rode Leger blijft in grote delen van Europa achter als bezettingsmacht. Pas begin 1947 keert Ivan Krasilnikov terug bij zijn vrouw en driejarige dochter.
Ze verhuizen naar Moskou, naar Kiev en later naar Leningrad, waar opa officiersfuncties vervult en intussen studeert aan militaire academies. Een baan in het Rode Leger geldt als prestigieus, maar kent geen privileges. Het inmiddels met een zoon uitgebreide gezin woont jarenlang in één kamer. Keuken, badkamer en wc worden met nog zes of acht gezinnen gedeeld in de kommoenalka’s. Privacy bestaat nauwelijks in de totalitaire Sovjet-samenleving. Iedereen houdt elkaar scherp in de gaten.
Als militair houdt hij zich nauwelijks bezig met politiek en ideologie
Opa wordt lid van de Communistische Partij, zoals iedereen die deel uitmaakt van ‘het systeem’. Maar als militair houdt hij zich nauwelijks bezig met politiek en ideologie. Hij vindt: ‘Het leger dient het land, de machthebbers. We volgen de politieke bevelen, ongeacht wie die orders geeft.’
Hij maakt carrière. In 1966 wordt opa bevorderd tot generaal en krijgt hij het bevel over een tankdivisie in het oosten van Oekraïne. Drie jaar later krijgt hij het commando over 100.000 Russische militairen in de DDR. Hij woont er met zijn vrouw in een kazerne. De oudste kleindochter is ook van de partij. Haar ouders zijn naar de deelrepubliek Turkmenistan gezonden om er het lokale bestuur te versterken – en in de Russische greep te houden. Zo gaat dat in het land van Stalin, Chroesjtsjov en Breznjev: de staat bepaalt de leef- en arbeidsvoorwaarden.
Lees ook deze blog van Roelof Bouwman: Zomer 1989: Nederland nog hand in hand met DDR
Zijn termijn als commandant over het Rode Leger in de DDR zit er in 1972 op. Opa wordt dan, namens de Sovjet-Unie, ‘militair adviseur’ van het Oost-Duitse leger. De bedoeling van die functie is duidelijk: het leger van de DDR in het gareel houden. Moskou had geleerd van de opstanden in Boedapest (1956) en Praag (1968). Massaal volksprotest was er in de DDR al sinds 1953 niet meer. Maar onvrede sluimert.
Direct na zijn aanstelling vindt Ivan Krasilnikov een touw met strop voor de deur van zijn woning en een briefje met de tekst: ‘Ga weg’. Hij schrok ervan, gaf opa later toe. Sommige DDR-burgers waren het juk van de Russische machthebbers kennelijk zat.
Terug uit de DDR verhuist het gezin Krasilnikov naar Kiev, waar opa de rest van zijn leven zou wonen. Tot zijn pensioen in 1983 is hij er de hoogste militair. Het politieke, economische en militaire verval ziet hij met lede ogen aan. Want opa is trots op het een eeuw geleden nog onderontwikkelde land. De Sovjet-Unie won de Tweede Wereldoorlog en ontpopte zich tot een politieke, industriële en militaire wereldmacht. En hij heeft daaraan zijn steentje bijgedragen.
‘Moet dat nou, een buitenlander?’
Zomer 1990 maakten we voor het eerst kennis. Ivan Krasilnikov ontving me in zijn woonkamer die was gedecoreerd met militaire cadeaus, onderscheidingen, boeken, uniformen en andere oorlogsparafernalia. De onbetwiste pater familias is gevraagd zijn zegen te geven aan mijn voorgenomen huwelijk met zijn favoriete kleindochter Tatjana. ‘Moet dat nou, een buitenlander?’ had hij haar vertwijfeld gevraagd. ‘In de Sovjet-Unie komen, schat ik, zo’n veertig miljoen mannen in aanmerking.’ Als het dan toch een buitenlander moest zijn, dan maar eentje uit Nederland. Dat land had tsaar Peter immers zo warm ontvangen en fijn geholpen, was zijn opmerkelijke redenatie. Een kus op mijn beide wangen bezegelde die dag zijn goedkeuring.
Hij bleef in de herfst van zijn leven een man van schema’s en vaste patronen. Een typische militair. Opa stond elke ochtend om half vijf op en kroop ’s avonds om half negen op zijn slaapbank. Hij at en dronk op vaste tijden en sloeg geen journaaluitzending over.
Vanwege zijn rang van generaal kreeg hij in een kliniek twee keer per jaar voor een week of drie gratis behandeling tegen kwaaltjes. ’s Zomers genoot hij van het gezelschap van zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen in een Kievs sanatorium. Tot het moment dat zijn ogen hem in de steek lieten, las opa veel en werkte hij aan zijn memoires.
Terwijl hij zich aan het leven vastklampte, stierven één voor één zijn oorlogskameraden. Met een zekere triomf in zijn stem, klonk het vorig jaar: ‘Ik ben de laatste!’
Vastbesloten was hij om de honderd te halen. Het kwam er niet van. Opa Wanja had vele vijanden verslagen. Maar het coronavirus kende geen genade.