In de komende weken wordt bepaald welke plek Joe Biden krijgt in de Amerikaanse geschiedenisboeken, schrijft correspondent Emile Kossen. Wordt hij een van de slagvaardigste presidenten in de afgelopen decennia? Of valt zijn politieke agenda in duigen door een opstand van linkse partijgenoten?
Een president van de Verenigde Staten heeft tegenwoordig maar weinig tijd om zich bezig te houden met beleid maken. Eerst is er de traditionele honeymoon, de paar maanden na de presidentsverkiezing waarin alles in Washington D.C. min of meer stilligt. Iedereen is wat vriendelijker tegen elkaar en de nieuwe president wordt tijd gegund om een kabinet rond te krijgen. Na een jaar begint de volgende campagne alweer, voor de tussentijdse Congresverkiezingen, waardoor het vaak veel lastiger wordt om politiek zaken te doen. Tussen die twee fases in blijven enkele maanden over voor het tonen van slagvaardigheid.
Er staat veel op het spel voor president Joe Biden. Te midden van de zoveelste coronabesmettingsgolf, onvrede over de afwikkeling van Afghanistan, een voortdurende inflatie en immigratieproblemen aan de grens – nu weer met Haïtianen die in groten getale naar de Verenigde Staten komen – heeft Biden een overwinning hard nodig. Met twee nieuwe wetten, die samen een aanzienlijke uitbreiding van de overheid zouden betekenen, hoopt hij een belangrijke plek in de geschiedenisboeken te krijgen.
Dreigementen
Maandag 27 september stemt het Huis van Afgevaardigden over het eerste deel van Bidens plan: een vrij onomstreden infrastructuurwet ter waarde van omgerekend 1 biljoen euro die de Senaat al heeft goedgekeurd – met de steun van negentien Republikeinen nog wel. Toch is het onzeker of de wet ook wordt goedgekeurd in het Huis van Afgevaardigden, waar de Democraten een krappe meerderheid hebben. Pramila Jayapal, leider van de linkerflank van de Democratische Partij, dreigt dat ongeveer de helft van de 95 leden de wet wegstemmen als ze niet hun zin krijgen over het tweede deel van Bidens politieke agenda.
Een nieuwe begrotingswet moet Bidens magnum opus worden, zijn meesterwerk. De Democraten hebben voor 3.000 miljard euro aan overheidsuitgaven bedacht, van gratis kinderopvang, hoger onderwijs en zwangerschapsverlof tot gratis tandheelkunde voor ouderen. En er kan nog veel meer in de wet komen te staan, die momenteel wordt uitonderhandeld. Om een deel van de kosten te dekken, moeten de belastingen voor rijke Amerikanen en grote bedrijven omhoog.
Het is zeldzaam dat een president zoveel van zijn doelstellingen in slechts twee wetten stopt, die samen een enorme uitbreiding van de overheid betekenen. Juist dat leidt tot weerstand. Een groep gematigde Democraten vindt het prijskaartje van de nieuwe begroting te hoog en vreest dat zoveel geld uitgeven de inflatie verder opstuwt. Pogingen om het bedrag van 3.000 miljard euro omlaag te praten, leiden tot grote frustratie onder de progressieve stemmen.
Big Pharma, Big Oil, Wall Street, and their foot soldiers in Congress are doing everything in their power to kill President Biden’s agenda.
We are trying to save it.
— Ilhan Omar (@IlhanMN) September 22, 2021
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Twee flanken gijzelen elkaar
‘We zitten in de situatie waarin drie Democraten in het Huis van Afgevaardigden eigenlijk elke poging om een kwestie aan te pakken, kunnen blokkeren,’ zegt Peter Welch (74), Democratisch Congreslid uit Vermont, over de politieke verhoudingen. ‘Volgens mij hoor je zulke dreigementen alleen te gebruiken jegens tegenstanders.’ Dat is dan ook ongeveer de sfeer in de partij: de twee flanken gijzelen elkaar.
Republikein Dusty Johnson (44) uit South Dakota, die vóór infrastructuur is, maar tegen de omvangrijke begrotingswet, is minder diplomatiek: progressieve Democraten noemt hij ‘wetgevende terroristen’.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, probeert al weken te bemiddelen tussen de twee facties en heeft ook Bidens hulp ingeroepen. In het slechtste geval houdt progressief links de eerste wet tegen, en gematigde krachten de tweede. ‘Dat zou een totaal falen betekenen,’ aldus John Podesta, in 2016 Hillary Clintons campagneleider tijdens de presidentsverkiezingen, in een memo die hij naar alle Democraten in het Congres stuurde. ‘Een roekeloos negeren van onze verantwoordelijkheden en onze democratische plicht.’
Biden kent de politieke realiteit en weet dat hij eigenlijk maar één kans heeft. Immers, bij de tussentijdse verkiezingen, in november 2022, verliest de partij van de president bijna altijd zetels. Het is nu of nooit. Plan A is de grootste overheidsuitbreiding sinds Lyndon B. Johnson in de jaren zestig aan de knoppen zat. Een plan B is er niet.