Wat te doen met besmette kunst

Ann Demeester (links) met de voorzitter van het Zürcher Kunstgesellschaft. Foto: Michael Bulhozer/ANP

Correspondent Renske Heddema ziet hoe Zwitserlands grootste museum eindelijk serieus omgaat met besmette kunst in de collectie.

‘Dit is geen symboliek of een kwestie van je image oppoetsen,’ zegt de Belgische Kunsthaus-directeur Ann Demeester. Ze heeft het over de omgang met kunst die tussen 1933 en 1945 van eigenaar wisselde en terechtkwam in de collectie van het Kunsthaus. Het museum gaat tweehonderd stukken onderzoeken die misschien in verband staan met het nazibewind. Er wordt pro­actief contact gezocht met Joodse families. Het kan leiden tot volledige restitutie aan de nakomelingen van de oorspronkelijke eigenaren.

Demeester, oud-directeur van het Frans Hals Museum, heeft het herkomstonderzoek sinds haar aantreden in oktober voortvarend aangepakt. Het grootste museum van Zwitserland was in opspraak geraakt, omdat het de collectie van Emil Georg Bührle, die zijn fortuin maakte met wapenleveranties aan nazi-Duitsland, tentoonstelde. De collectie was nooit onafhankelijk onderzocht. Een mediastorm barstte los. Een Joodse kunstenares eiste twee doeken van het Kunsthaus terug. Er verscheen zelfs een boek: Het besmette museum.

https://www.youtube.com/watch?v=v0fV0uxwuB4

Veel ‘vluchtkunst’ kwam in Zwitserland terecht

Zwitserland was neutraal in de Tweede Wereldoorlog en heeft zich lang gedrukt als het ging om roofkunst door de ­nazi’s. Internationaal is het allang usance niet alleen roofkunst te onderzoeken, maar ook ‘vluchtkunst’, kunst die ver onder de marktprijs door Joden werd verkocht om hun vlucht voor de nazi’s te kunnen betalen. En veel daarvan kwam terecht in Zwitserland. Maar een nationale restitutiecommissie zoals die in veel landen is ingesteld, heeft Zwitserland nog niet.

Het verbaast dat de draaischijf van de internationale kunsthandel in de nazitijd zo lang buiten schot bleef. Musea in Basel en Bern zijn met staatssteun wel al begonnen de oorlogsgeschiedenis van hun collecties serieus te onderzoeken. Nu zet ook Zürich die stap. Het museum wil worden gezien als een wereldspeler, qua collectie, architectuur, en nu ook qua moreel leiderschap. Het is geen dag te vroeg.