Eduard Cousin gaat kijken in de oude volkswijk waar eens de leerlooiers woonden, maar nu dure huizen moeten verrijzen.
Een monumentaal aquaduct torent hoog uit boven de Nijl in Caïro. Sultan Saladin – bekend van de verovering van Jeruzalem op de kruisvaarders – liet het in de twaalfde eeuw aanleggen om de verderop gelegen citadel van water te voorzien. Tegen het aquaduct geplakt lag tot een paar jaar geleden een drukke volkswijk, bewoond door leerlooiers. Huiden van koeien en schapen hingen er te drogen op rekken tegen het aquaduct.
De rekken zijn verdwenen, en waar eerst de wijk stond, is nu een kale vlakte vol brokstukken. Tuktuks en paardenkarren manoeuvreren door het puin. Even verderop, achter een muur, verrijst een nieuwe wijk: luxe-appartementen in oriëntaalse stijl en een gigantisch winkelcentrum met openluchttheater en bioscoop.
De overheid begon in 2015 met de ontwikkeling van het gebied. De wijk van de leerlooiers was vervallen en moest een ‘open museum’ worden. Ruim 1.600 gezinnen werden gedwongen te verhuizen naar ver weg gelegen nieuwbouwwijken.
Strategie om oude, arme volkswijken rondom het centrum te slopen
‘In de oude wijk hadden mensen werk,’ zegt een café-eigenaar vanaf zijn terras pal naast de muur. Het café is ook aangemerkt voor sloop, maar de compensatie is laag en in de nieuwbouwwijken is geen werk, zegt hij. ‘Sisi slacht de mensen,’ zegt hij uit ongenoegen over de president.
Het ontwikkelingsproject past in een bredere strategie om oude, arme volkswijken rondom het centrum te slopen, de bewoners te verplaatsten, en de grond beschikbaar te stellen aan vastgoedontwikkelaars die een rijkere doelgroep dienen. Kopers van de nieuwe appartementen naast het aquaduct moeten de prijs bijvoorbeeld in dollars betalen, wat alleen voor een heel selecte groep Egyptenaren is weggelegd.
De oorspronkelijke bewoners verzetten zich vaak tegen de sloop van hun buurten, maar kunnen weinig uitrichten tegen de repressieve overheid. In 2022 werden tientallen mensen gearresteerd tijdens demonstraties tegen ontruimingen.